1797.
2461. Belastingloodjes. 1797—1806. ( Verv. X, blz. 465. Zie
ook N ahuys Histoire Numismatique de Hollande, p. 19, pl. II, n° 17.
(1807.)
- 2462. 1797—1867. (Verv. n° 841. Plaat LXXXII, blz. 465—
466.) Eerprijs der Nationale Nederl. Huisboudelijke Maatschappij.
" 2463. 1797 11 October. ( Verv. n°' 842. Plaat LXXXI, blz.
466 467.) De zeeslag bij Kamperduin en ter eere van den Admiraal
Duncan. (Gesneden door Webb.) Kz. door W. Wyon. Vz. Duncan
borstbeeld ter zijde. Kz. De Adm. de Winter biedt zijn degen aan.
--2464. Als boven. (Verv. n° 843. Plaat LXXXI, blz. 467.) Met
het borstbeeld van Duncan en face. Kz. Brittannia.
■— 2465. Als boven. (Vórv.n° 844. Plaat LXXXI, blz. 467—468.)
Vz. Borstbeeld van den Admiraal Onslow. Kz. Vijf schepen. (Gesneden
door Hancock.)
2466. Als boven. Onuitgegeven zilveren penning ter eere van
den Admiraal de Winter. Kon. P. Kab. Aaniv. 1873. blz. 11.)
Zilver. Gr. 24. Vz. Onder een lauwerkrans op een uitgespannen
doek in zeven regels gegraveerd :
Erkentenis / van een / onbekend Nederlander / voor den / moed en
standvastigheid / van den Admiraal / J. TV. de W inter.
Kz. (In een eikenloofkrans) : Door hem / betoond / in den zeeslag
I tegen de Engelschen / op den 11 v(an) Wijnmaand / 1797.
Met kabelrand.
2467. 1797. Prijspenning van het Haagsch Genootschap aan
T homas H oog. ‘) Bij De Groot (1888), n° 1846.
2468. Ovale plaat, lang 93, breed 37 Mm., waarop sta a t: ’t Genootschap
voor het Menschdom aan A. van der H orst. Coll. L. H.
Eberson. 18'7,0 84.
*) Was predikant te Leeuwarden tot 14 October 1792. Uit oude betrekking
Leeuwarden in 1811 (July) nog eens bezoekende en de dienst op een namiddag
in de Groote Kerk waarnemende of daarbij tegenwoordig zijnde in het zoogenaamde
vierkant, doopte hij schrijver dezes.
2469. 1797. Zilveren bruiloft van Dirk Luden en E. van Wage-
ningen. Cat. Hist. Tent. te Amsterdam (1876), n° 3845. (P. C. van
Beeck Vollenhoven.)
2470. 1797 30 Juni. Vz. Alg. penning, gr. 34. Dus bloeit de
trou. Als boven van Jacobus Trömer en Maria Bogaard. (Alleen
kantschrift.) Getr. te Sluis in Vlaand. 30 J uny 1772 . t F eest ge
vierd 1797. Tweede Lijst n° 421.
2471. 1797 9 No vb. Als boven van Gaspar van Kinschot en
Sara Catharina van der Mast. Navorscher VII, blz. 33 bij Jhr. H.
van Kinschot. Tweede Lijst n° 422.
2472. 1797 21 April, 19 Juni en 24 Juli. Belastingloodje voor
het Aalmoezeniers) W(eeshuis) te Amsterdam. Van Orden, Bijdr.,
pl. VI, n° 1.
1798.
- 2473. 1798. (Verv. n° 845. Plaat LXXXII, blz. 471—472.) Oprichting
der Academie van Teeken-, Bouw- én Zeevaartkunde te
Groningen.
"2474. Als boven. Vz. = no. 2473. Kz. Gegraveerd. Een zeilend
schip. (Bij Quintus n° 1822. Z. 34 W.) Zie de Akademie MINERVA
aangeprezen in twee voorlezingen door H. J. R oskes, Predikant te
Groningen, en J. W. E rmerins, Hoogleeraar te Groningen. (Aid.
1845, IV, 71 blz. 8vo.
2475. 1798 6 Januari. Op het overlijden van Jonkvrouwe Anna
Margaretha Elisabeth Young. Gestempeld, groot 26. Bij de Groot-
Kooiman (1888) n° 1846, de Vries (1884) n° 2657. Mm. 35. Z.
18 W. ƒ 1.75. *) Posthumus n° 1460. Z. 18 W. Kon. P. K.
Aanw. 1878, blz. 20, fraai. Bóm (1873), blz. 115, n° 2620. Z.
18 W.
Voorzijde: Een grafobelisk, met doodshoofd op schrenkels rustende,
op welken een lijkbus is geplaatst, waarboven zich een kapel
of vlinder naar het omhoog stralend hemellicht verheft. Links eene
ij jn 1796 en 1798 kende Teylers Godgeleerd Genootschap twee penningen
toe aan Willem Bruyn, Doopsgezind leeraar te Westzaan.