2427. In Cat. Jamieson-Feyens n° 3249 (1795). Allegorisclie voorstelling
met Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Ovaal. Mm. 29
en 34. Goud. 0.7 W.
2428—2429. Aldaar n° 3253. Twee in zilver gedreven voorstellingen
op de Vrijheid. (Hoog Mm. 75. Op fluweel Z.)
2430. Bij de Vries (1884) n° 2625. Z. 8 W. ƒ 4.—. Allegorisch
monument ter eere van den Franschen generaal Pichegru, die
in 1795, aan het hoofd der Sans-Culott0s, Amsterdam binnentrok.
Hoog Mm. 95, breed 73. (Ook hij Jamieson-Feyens n° 3262. Hoog
Mm. 99. Z. 6 W.)
Allegorie: Leef lang dan P ichegru / Gij helt ons Land getoond,
Dat Helden Moed en Deugd / In Fransche zielen woond.
Cat. La Faille p. 23, n° 675. Z. 8 W. Met het borstbeeld.
2431. Op 1796, bij P._Smidt v. Gelder n° 4185. G. 15. Yerg.
K. f 5.—. Knoop met Rêpublique Botave. Di 5 de Dort, de Neder-
landsche Maagd met den vrijheidsstok en hoed en bijlbundel; achter
haar de Fransche haan op pedestal. In koper bij v. Cleeff, I I ,
n° 1719 ƒ 2 - , op 1802.
2432. 1795. ( Verv. n° 833.Plaat LXXIX, blz. 450), Gevolgen
der Omwenteling. % Livire. (Zeeland.)
Litteratuur.
1) Vertoog over de rampen van Rolland. Antwerpen. 1796. 8°.
2) Rollandia regenerata. Gr. 4°. (Zeldzaam.) Karikaturen op de Beate Republiek
in 1795, door Gilbray. 20 platen, rood gedrukt, met Hollandsch-
Fransch-Engelsehe tekst. (Cat. J. van Lennep nn 1170 en n° 1171).
En van een ander ooggetuige:
3) Helmess in zijn Lykzang op "het graf van Nederland (1795.)
Wat baten thans de lykgezangen,
Waartoe met uitgebleekte wangen
Ren toon des weemoede aangevangen?
Ach, Neerland zonk voor eeuwig neer.
Wat baat, wat baat een moeder 't klagen,
Als zy haar zoon naar 't graf ziet dragen ?
Vergeefs is 'thandgewring der zadmgevloeide magen,
Het graf geeft nooit haar liev'ling weêr.
4) Volkszangen, vervaardigd op verzoek van het comité revolutionair te Am-
stéldam, ter viering van het Vryheidsfeest den Men van Lentemaand 1795. Het
2433. 1795 27 Januari—12 Februari. (Verv. no. 834. Plaat
LXXIX, blz. 455—456.) Belooningspenning aan het Comité revolutionair
te Groningen werkzaam.
2434. Als boven. In goud. Deze aan Antonius van Peer. (Cat.
Quintus n° 1811. Goud 50.4.) (Uiterst zeldzaam.) Kabinet P. H.
van Gelder, (Rijks Museum.)
2435. 1795. (Verv. n° 835 A. Plaat LXXIX, blz. 456.) Draag-
teeken van Committee van Waakzaamheid in den Haag.
2436. = B. Collegie van Justitie ald., blz. 457.
2437. Gegraveerde penning van den heer van H aagen als Secretaris
van den Haag. Bij de Boye n° 3466. Z. f 9.25. Zie blz.
457 (1). Bij Bom (1873), blz. 113, n° 2587. Z. 44 W.
2438. Als boven. Yan een Lid van den Baad van Rechtspleging
te Utrecht. Zie blz. 457 (2). Bij Bom, t. a. p. n° 2588. Z. 19.
2439. Aldaar (onder 2580-^2585) de papieren recepissen, van
blz. 451 (n° 4) (n0; 5), blz. 452 (n° 6) = n° 2583. Ongeteekend
en niet in de wandeling geweest. Blz. 453 (6) (7).
2440. Over den opschik der representanten, vermeld blz. 457 (2).
Zie Navorscher XXXH (1882) Korte Caracterschets der Mannen,
welke het ingeleverd Plan van Constitutie . . . hebben aangenomen,
blz. 258. B osveld, „Waarom friesde en kuchte deeze Pylaarbyter
„toen men een voorstel deed omtrent het draagen der sjerpen, waarmede
hy als een Charlatan zig aan den Helder vertoonde ?”
2441. 1795 27 Januari. Zilveren bruiloft van A. Paek en J.
Ledeboer te Leiden. Cat. Bruxelles (Nov. 1857) n° 2285, de Jonghe
n° 2955. Med. ciselée du module de 7 cent. Arg. K. P. Kab.
(Navorscher YIII, (1858) blz. 248 abusief. Laak.) Gegraveerd. Zilver,
groot 45.
Voorzijde. Een zeer groot brandend, door een hemellicht (waarin
een Alziend Oog), bestraald hart, vastgehouden door twee uit wolken
te voorschijn komende handen. Daaronder op een wimpel.
A. Paak. J. Ledeboer.
eerste jaar der Bataafsche Vryheid. Te Amsteldam, bij (en door?) Pieter
Johannes Uylbnbroek. In de Nes. De prys is twee stuivers, M g K M
twee afdeelingen) Door hulp der Franschen. (5 stuks). Vryheid en Gelykheid.
(8 stuks.) Broederschap. (5 stuks.) (32 blz.)-