Nederland aan deszelfs zeehelden. Amst. 1782, met de portretten van
J. H. K insbergen, S. D edel, E. C. Staringh, W. J. F. baron van
Bentinck, J. A. Z outman, W. van Braam, L. M. van WELDERENenA.
B rants.
2) Platen, a) Slag op Doggersbank, door Muys. b) Hetzelfde
anders, door denzelfden. c/d. Anders. Twee bladen voor de letter e)
Het schip de Batavier (reddeloos), ƒ. Het schip Holland, g) Kaart
van den slag. (Cat. Meulman n° 371—372. (Bijschriften) gegrav.
door R. Vinkeles.
3) P. B ruining, Denkbeelden omtrent den zeeslag op Doggersbank.
(Gids 1882, H, blz. 587—596.
4) Herinnering aan den zeeslag op Doggersbank, 5 Aug. 1781, in
Volks-Almanak 1881, blz. 153—184. (met plaatjes) door Mr. J. A.
SlLLEM.
5) Vijftigjarige viering te Amsterdam in 1831.
1893. Plaat LIV P—C, blz. 164—T66. Papieren geld van Suriname
en de Kaap de Goede Hóóp. Bij J°. dè V ries (1884) D en E,
onder n° 2295 ƒ3.—i
1894. 1781 3 Febr. Ter eere van G. R. Rodney, op het bemachtigen
te St Eustatia van eene waarde van 3 Millioen en 300 schepen.
Voorzijde: Het rechtsgewende borstbeeld met driekanten hoed en
in uniform blijkens het omschrift van
C: R : RODNEY.
Keerzijde: THE / GLORIOUS / MEMO'' / of the 3rd 0f Feby 1781/
when he severely punished the Dutch j at St. Eustatia taking upwards
of 3 millions of value with 300 sail of ships.
Metaal, gr. 25 Mm. P. H. v. Gelder (Rijks Museum). Bij ’t Hooft
van Benthuizen n° 1839. Mm. 35 (Tin.)
1895. 1781. (Vervolg n° 513) door J. M. Lageman. Vz. Zie-ook
Revue 1873, p. 274. Kz, Twee trekkende duifjes.
Getrouwheid is een vaste band,
Als liefde en vriendschap samen spand.
17(81) gegraveerd.
1896. 1781. Gouden bruiloft van Hendrik Meysenheim en Maria
Antonia Westerwijk. Door J. G. Holtzhey. Cat. Hooft van Iddekinge
n° 1248. Mm. 45. Z. 26 W.
1897. 1781 19 Augustus. Als boven van M. Herfst en M.
Plaat.
Voorzijde. Een jonische zuil, waarvan twee laurierslingers afhangen.
Op den breeden sokel daarvan staan, leunende tegen den
zuil, de twee wapenschilden1) der echtelingen, waarboven op twee
brandende zamengesnoerde harten zijn geplaatst. Een Mercuriusstaf,
een huwelijksfakkel, koornschoof, druiventrossen en perzikken om.
ringen de schilden.
Van den breeden sokel of plint hangt een wimpel af, waarop men
leest:
Gelr.: 19 Aug: 1731..
Omschrift: MATTYS HERFST en MARGARETHA PLAAT
Keerzijde. De jubilarissen, in antiek costuum, geven elkander de
rechter hand bij een brandend omkransd en met een L prijkend
altaar, staande onder een boom met twee zijtakken, de een met één,
de ander met drie appelen beladen. Het offervuur wordt onderhouden
of gevoed door de vrouw, die een offerschaal, in den vlam leeg
giet. Links vier kisten. De eene een thee kist met Chinesche karakters,
de tweede met het lettermerk der V(ereenigde) O(ostindische)
C(ompagnie),- waarop een theetrekpot en gemberpot staat. Op n°
3 staat een A , op n° 4 de bovenste een O, doorstoken door een
zuil of vuurbaken en S C daaronder N° 12. Daarachter een baal
en een v a t, gemerkt M. Herfst). Rechts een schip in zee.
Opschrift: IN ZEEGEN DANKBAAR.
In de afsnede: GEVIERD 1781.
Op den sokel: J. G. H oltzhey fec.(it)
In Kon. P. Kab.. Z. groot 34 Mm. , Tweede Lijst n° 190. Na-
vorscher VI, blz. 73.
1898. 1781. Inv. v. Zuilen, blz. 1840—1841. Wed. Theod.van
Berckel. f 644 - 18 - 2. ƒ 622 - 13 - 6 en ƒ448 - 3 - 2. Commissarissen
der brandgereedschappen ƒ 276 - 19 -4 . Schoolarchenƒ 32 - 3 - 8.
(Stadhuispenningen van ’s Bosch.)
‘) Wapens: HERFST van sabel met een druiventros van goud.
PLAAT van lazuur met een St. Jacobs schelp van goud.