---2276. Als boren. (Verv. n° 775. Plaat LXXIV, blz. 388—389.)
> 2277. 1788. (Verv. n° 776. Plaat LXXIY, blz. 390.) Op het
behoud van het Gemeenebest en op de eensgezindheid daartoe van
de Geldersche kwartieren
- 2278. 1788. (Verv. n° 777. Plaat LXXV, blz. 391. Beloo-
ningspenning van Mr. I. van Teylingen en G. J. Brouwer. *)
2279. 1788. (Verv. 778. Plaat LXXV, blz. 391—392.) Op de
tijdsomstandigheden. * 2)
—2280. 1788 1 Sept. (Verv. n° 779. Plaat LXXV, blz. 392—393.)
Op het bezoek van Broek in Waterland door de Vorstelijke familie. 3)
2. G. W. Yreede, Mr. L. P. van de Spiegel en zyne tydgenooten (1737—-1800).
(Werken van het Zeeuwsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.
1874—1877). 4 deelen. 8°.
3. Spiegel is th e only man who has a head equal to th e conceptions of
g re a t ideas and whóse energy and courage increase with th e pressure and
difficulties of th e moment le t them be ever so great. Ha.rk.is Diaries II, p.
213. Levensberichten der Maatsch. van Ned. Letterkunde. (1878.) blz. 19.
*) De t. a. p. genoemde Armenschool bestaat thans nog op de Rotterdam-
sche Schiekade.
3) De blz. 392 als ojevaar aangeduide vogel is een kraanvogel, het zinnebeeld
der waakzaamheid. Zie v. Mieris. Gedenkpenningen III, blz. 392. In de Breed-
straat te Leeuwarden droeg een huis in den gevel een steen met de afbeelding
van zulk een vogel en daaronder : „In. de Kranewacht."
3) Cat. Tent. te Zaandam, n° 449, Zilveren lepel, waarop twee portretjes
gegraveerd en P. W. D. Y. 1788. (Prins Willem de Vijfde), alsmede:
Doe ik zyn Hoogheid heb gebragt
Met van Broek zyn ja g t,
Doe kreeg ik dit Al tot een gift,
Al tot voldoening van myn pligt.
(Inzender Corn. de Jager te Zaandam.)
Aldaar n° 1283. Zes borden met het portret van Prins Willem de V en op
deze het volgende rijmpje:
1) Nu blinkt de gulle Vryheid weer,
2) De blanke godsdienst Als weleer,
3) Nu ziet men weer verschyne
4) De Oranje zon Aan (t) Boer van Staat
5) Weer lans Heyl en toeverlaet,
6) Haar Vyand Aan het verdwynen.
(Inzender B. H. van Yledten te Wormerveer.)
- 2281. 1788 1—5 Sept. (Verv. n° 780. Plaat LXXV, blz. 393—
394.) Op het verblijf der Vorstelijke familie binnen Amsterdam.
Zie Korte beschrijving van het gebeurde bij de ontvangst en het verblijf
der vorstelijke familie binnen Amsterdam in September 1788.
(Scheltema, Aemstéls Oudheid, III, blz. 229—240.
2282. 1788 Juli. (Verv. n° 781. Plaat LXXV, blz. 394—395.)
Gedenkpenning van het Schutterlijk Exercitie-Gezelschap te Delft.
___ 2283. 1788. (Verv. n° 782. Plaat LXXV, blz. 395—396.) Eeuwfeest
van den tocht van Prins Willem III naar Engeland.
2284. 1788. (Verv. n° 783. Plaat LXXV, blz. 396. Als boven. *)
2285. (Kon. P. Kab. Aanw. n° 1885, blz. 12.) Zilveren draag-
penning ter eere van Prins Willem V in 1788 gemaakt. Op de Kz.
een Oranjeboom, waarom :
Prins Willem Nassouw’s Vorst
beschimpt, gehaat, gesmaad
draag ik wel op mijn borst
maar dieper nog in ’t hart.
En nevens den stam:
Die het vaderland bemindt
is staats- en prinsgezind. (Vergelijk n° 2244.)
2286. 1788. Eerepenning aan G. Brender à Brandis 2), gegeven
door Kunstliefde spaart geen Vlijt, beschreven bij G. D urand, Médailles
et Jetons des Numismates, (Genève 1865), p. 30. 2)
2287. 1788. Zilveren bruiloft van Is. Moyet en M. Vincent.
Cat. H. Brouwer (1859). n° 777. (Toepasselijk gemaakt.)
2288. Inventaris v. Zuilen, blz. 1866—1867. (1788). Hertogs-
penningen, f 879 -9 - 8, geschonken aan de bataillons Hollandscke
guardes en Oranje-Nassauw tijdens de rebellie van het garnizoen en
de plundering naar ’s Hertogenbosch gezonden om de rust te herstellen.
Bovendien f 1115 - 15 - :. f 341 - 4- 12 en f 546 - 1 - 8 .
*) ' Blz. 396, reg. 15 v. b., staat: Deze penningen van geel koper; lees:
deze penningen meestal van, enz.
2) Né à Leyde_le 27 Mars 1751, mort Ie 23 Juin 1802. En 1786 il publia
dans le „ Vaderlandsch Kabinet van Koophandel en Zeevaart” une dissertation
sur les monnaies nationales, avec une planche de monnaies, Néerlandaises qui
n’avaient plus cours.