2094. Als voren n° 669, pl. LXVI, bij Jamieson-Feyens n° 3079.
Z. 51 W. Hetzelfde fra aie borstbeeld, op voetstuk, doch met 17 "/i „89
en n° 50. In lossen parelrand.
2095. Als voren met Le Juste fleurira etc.- Verv. bl. 313, met
17%788.
2096. Verv. n° 670. Plaat LXYI, blz 313. Gedreven. Ovaal borstbeeld.
Opengewerkt.
2097. Verv. n° 671. Plaat LXYI, blz. 314. Gedreven borstbeeld
met een band die een krans op het hoofd plaatst. Ovaal. Bij Bom
(1873) blz. 104, n° 2377. Met vers inpalmh. doosje. Z. 18 W.
2098. Verv. n° 672. Plaat LXVI, blz. 374. Rond. Klein.. Vz.
Borstb. Kz. Lint. Dood of Vrij tot opschrift.
2099. Verv. n° 673. Plaat LXYI, blz. 314. Klem. Vz. Borstb.
Kz. Vivat Vader ■— Hooft.
2100. Bij Noot-Nagel n® 1486, Vz. Borstb. ahf Verv. 673. Kz.
Keeshond.
2101. Verv. n° 674. Pl. LXVI. (Langwerpig vierkant.) blz.
314. Vz. Borstb. Kz. Keeshond Fidel. 1788.
— 2102. Verv. n° 675. Plaat LXYI, blz. 314. Rond. Vz. Borstb.
Kz. Keeshond. In koper. Medaillon, bij 't Hooft n° 1911.
2103. Verv, n° 676. Plaat LXVI, blz. 315. Eirond. Vz. Borstbeeld.
Kz. Zittende Keeshond.
2104. Verv. n° 677. Plaat LXYI, blz. 315 (1789). Vz. Borstbeeld
met Spits in den geknotten arm. Kz. Keeshond, dragende
den Vrijheidsspeer met den hoed gedekt. Daar boven een hand, die
uit een wolk te voorschijn komt en den hoed met een dolk wil doorsteken.
2105. Verv. n° 678, pl. LXVI. Zeer klein portret. *) -
*) Varia. Cat. Hist. Tent. Amst. (1876). a) n°443, Portret van H. Hooft Dz.
Papier maché.
b) N°. 445—447. Glazen bekers met portret van H. Hooft Dz.
c) N° 448. Glas met keeshond.
d) Bom (1865) n° 189. Een kurketrekker met Keeshond. Zie ook a—d, beschreven
Verv. blz. 311 in de aanteekening (1), abusief gedrukt (2).
- e) Cat. (1880) Arti n° ? Gedreven zilveren borstbeeld van H. Hooft Dz.,.
gezien van voren en rustende op een voetstuk, waaruit een lauwer en eikentak
Zinnebeeldige Voorstellingen ter eere van Hooft of van de
Patriotten in zilver gedreven.
2106. Verv. Plaat LXV A beschreven blz. 315.
2107. Als boven. Cat. Noot-Nagel n° 1490. Het beeld veel
kleiner.
2108. Verv. Plaat LXY B, beschreven blz' 316.
2109. Verv. Plaat LXV C, beschreven blz. 316.
Bij Jamieson-Feyens n°, 3033. Zonder inscriptie en de speer van
het kindje gebroken. (Opzettelijk ?) Z. 17 W.
2110. Verv. Plaat LXY C.
Bij Jamieson-Feyens. Grooter. Het kind aan de linkerzyd.e van
het voetstuk houdt het wapenschild van Amsterdam vast. De keeshond
zit aan de rechterzijde. Fasces- en Mercuriusstuf liggen op het
voetstuk onder het borstbeeld. Z. 13 W.
2111. Als voren. Nog grooter. Bij Jamieson-Feigens n° 3035.
Het voetstuk geribd en met guirlandes omhangen. Verder geheel
als Verv. LXV C. Z. 15 W.
2112. Verv. Plaat LXVI D, beschreven blz. 316.
2113. Bij Jamieson-Feyens n° 3036. Mm. 103. Z. 64 W. = D,
doch de Vrijheidshoed en speer hoven in plaats van naast het monument.
2114. Als voren. Doch met twee medaillons, zijnde de borstte
voorschijn komen, die zich om het borstbeeld buigen. Op het voetstuk staaf
de naam des makers H. Rodenberg gegraveerd. (Bij Jhr. Mr. II. B. Smissaert
te Amsterdam.)
f. Cat. Jamieson-Feyens n° 3032. Praai bewerkte doekspeld of pijpuithaler,
waarop (boven eenige lauwerbladeren en de fransche lelie) (Zie Vervolg
van Loon blz. 314) het borstbeeld van Hooft in lauwerkrans op een pedestal.
Rechts een Keeshond op dito; links een vrijheidshoed op speer. Hoog, zonder
de speld, Mm. 75. Z. 13 W.
g) Aid. n° 3038, Een kunstig uit twee aanelkander sluitende helften bestaande
pinkring. In de verborgene binnenzijden gegraveerd: LANG LEEYE
VADER HOOFT EN ALLE BRAVE PATRIOTTEN. G. 1.2.
h) Aid. n° 3040. _ Gedreven zinnebeeldige voorstelling, zijnde twee jongelingen,
in romeinsche kleeding, elkander omhelzende over een altaar, waarop een
vlammend hart. Op het altaar: EEN HART VOOR ’T VADERLAND.
Mm. 75. Z.