1665. 1772. Op het overlijden van B. Luerman, Pastoor in de
R. C. P. St. Jacobskerk te Haarlem. (Eerste Lijst n° 86. Cat. Bom,
1858. April n° 1453.
1666. 1772. Op het overlijden van Jacobus de Roeper, pastoor
en overste van ’t Begynhof te Amsterdam. Gedr. penning. Ovaal,
64/56. Z. 55 W. bij Bom. Decb. 1874 n° 3245. Cat. Hist. Tent.
Amst. (1876) n° 3893. Posthumus n° 1205. Z. 55 W.
1667. 1772. Stichting der Kon. Akademie van Wetenschappen,
en Letteren te Brussel. *) Achtkante penning.
Vz. Rechtsgewend borstbeeld van den Gouverneur-Generaal, ge-
harnasd, om den hals een snoer met kruis dragende, gedrapeerd
met den mantel van de Teutonische orde met kruis; de haren gestrikt
en hangende; daaronder I. TL(arrewijri), Stempelsnijder in de
Nederlanden 1774 (lees 1772) bij Schlickeysen, 2fce Ausg. S. 198). Omschrift
: Cdr. Alex. Loth - dux Belg - praef.(ectus.)
Kz. In hèt veld: Mimificentia - Augustae - Scient:(iarum) et
litt:-(erarum) academia regia - instituta - bibliotheca publ:(ica) erecta
Brux:(ellis). (Door de mildheid der Keizerin is eene Koninklijke Akademie
Van Wetenschappen en Letteren ingesteld, (en) eene openbare
boekerij te Brussel opgericht.) In de afsnede : MDCCLXXII.
P iot, Coins n° 892—897. Groot 34 Mm.
1668. 1772. Prijspenning der Akademie voornoemd. Kz In
het veld, omringd door een krans van olijvenloof: Societ.(atis) litter.(
ariae) Bruxell.(is). Palma - ex - largitfioné) principfis) .(Prijs
van het Letterkundig Genootschap te Brussel (gegeven) door de
mildheid der Vorstin.)
Bij P iot, Coins. n° 898, groot 33 Mm.
1669. Als boven. 1772). Vz. Rechts gewend borstbeeld der
Keizerin, gesluijerd ; daaronder T. v(an) B(erckel). Omschrift: Maria
Ter esia (sic) Avg(vstd).
Bij P iot, Coins, n° 899—900. Groot 33 Mm.
*) Zie Centième Anniversaire de la fondation de T Académie royale de Belgique.
(1772—1872). Tome I.
1773.
1670. 1773. (Verv. n° 480. Plaat XLIII, blz. 67—68. Prijspenning
van het Prov. Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.
Gesneden door B. C. van Calker. ■*) J| 1671. 1773. (Verv. n°. 480. Plaat LXXXVIII. Bijblad bij van
Loon X, blz. V, n° 35.) Afgekeurde stempel van dien prijspenning,
gesneden door van Calker. Cat. de Vries (1884) n° 2767 in zwavel
f —.30.
1672. 1773. (1820). (Verv. n° 481. Plaat XLIV, blz. 68—69.
Eerepenningen van de Teeken-Akademie te Rotterdam. Zie ook Mr.
J. Dirks, Ned. hist.p. 1813—1863. I n° 168 -174, blz. 1 5 lJ l5 3 .
(Cat. de Vries, (1884,) n° 2168—2170. Bom (1873,) blz. 196, n° 4640—
4642) en Bijblad bij Vervolg X, blz. V—VI n° 36. In zilver met
„Eereprijs toegewezen aan Wynand Koopmans, trafikant te Utrecht
den 28 April 1779.' (In een krans.) (Coll. L. H. Eberson te Arnhem.
Mei 1869.)
- 1673. 1773 10 Mei. (Verv. n°. 482. Plaat XLIV, blz. 69—70.)
Op het overlijden van J. J. Rauwertz, Emeritus-Predikant te ’s Gra-
venhage. Gesneden door G. van Moelingen.
"'"1674. 1773 24 Juli. (Verv. n° 483. Plaat XLIV, blz. 70—71.)
Intogt van Prins Willem V te Leeuwarden. Gesneden door T. van
Berckel.
A. Jeltema, Mengeldichten, I, 2'je druk, Leeuwarden 1803, blz.
2—3 : Aan den heere Erf-Stadhouder uit naam van de zeven vrye
Kunsten. Ter gelegentheid, dat Z. D. H. plechtig binnen Leeuwarden
wierd ingehuldigt op den 24sten yan Hooimand 1773.
Doorluchte Vorst! nu Vrieslands eerste stad
(Uw Vaders wieg, uw Zusters bakermat)
Thans d’ eer geniet dat U haar wal omvat,
Is ’t vergenoegen
0 Gebruikt tot in 1879. (Verslag Prov. TJtr. Gen. 1879, blz. 72.) „De stemp
els waarmede vroeger de prijsmedailles van het Genootschap geslagen werden,
„hebben eene hun toekomende plaats in het Museum gevonden, vergezeld van
„de laatste daarmede geslagen medaille in brons.”