Te leezen op ’t gelaat van STAAT en RAAD,
Haar Burgerij in plechtig feestgewaad
Toont meê, dat zij zich als in vreugde baad,
Waarbij zich voegen
Het ZEVENTAL van KUNSTEN op een rij,
(Gedost in Oud-Batavische Idee dij),
Met Naarstigheid en Kennis, zij aan zij ,
’t Kan U niet belgen
Dat diens Troep door de Eerg wert geleid
En nagevolgd door groene Duurzaamheit,
KUNSTKWEEKER was de naam steeds , zop men zeidt
Van Nassous Telgen!
Zo gij dan, Prins, haar pogingen beaamt,
Staat Luiheid met Onwetenheid beschaamd.
Bedilzucht zwijgt, vermits het haar betaamt
Den mond te snoeren,
•Dat vuig geslacht verneedre zich in ’tstof,
Terwijl de Konst, o VORST, met roem en lof
Uw naam verbreidt ja tot aan" ’t Sterrenhof
Zal opwaarts voeren. *)
j§r 1675. Als boven. Kz. Met het wapenschildje van Leeuwarden
7 Juichend Leeuwarden of blijde welkomst ter gelegenheid der Heuche-
lijke komste van Z. I). H. Willem V enz. Leeuwarden by G.
Tresling. 3 st.
^ 1676. 1773 1 October. (Verv. n° 484. Plaat XLIV, blz. 71—
72.) Tweede eeuwfeest van het ontzet van Alkmaar. (Ook afge-
beeld bij Allan, Photographiën 1870, New-York n° 4.) (In brons
zeldzaam). Bij J. Schulman, XIX, n° 365, f —.90.
— 1677. 1773/ (Verv. n° 485. Plaat XLIV, blz. 72—73.) Eerste
0 In de Leeuwarder Courant (24 July 1773) leest men hoe de tien vaandelen
burgerij naar de Vrouwenpoort marcheerden, voorafgegaan door elf personen ,
allen zeer kostbaar op het Romeinsch gekleed met gouden galon afgezet, welke
verheelden de ZEVEN VRYE KUNSTEN, geleid door de Eere, verzeld van
Naarstigheid (Diligentia) en Verstand (Intellectus), en gevolgd wordende door
de Memoria. Be zeven vrije Kunsten liepen in een gelid zijnde Logica y Astro:
nomia, Architectura, Musica, Mathematica, Poësis en Pictura. Uitvoerig worden
de kleeding en attributen dier personen beschreven.
eeuwgetijde na het verdrijven der Munstersche troepen van den vader-
landschen bodem. Als zeldzaam ook afgebeeld en beschreven door
den Hoogleeraar, numismaat Dr. J. Baart de la Faille in de Groninger
Volksalmanak. (1838,. blz. 166—168). Zie ook aldaar Jaarg.
1851, blz. 173. Deze in de afsnede der Kz. met SAECULARI.
1678. Als boven n°. 1677. (In goud 5, 4 W. Zilver 6 W.), doch.
andere stempel der keerzijde met SAECUL. en andere verscheidenheden.
(Opgave van J. E. Hooft van, Iddekinge. *)
1679. 1773 16 Augustus. (Verv. n° 486. Plaat XLIV, blz,
73 j-74.) Afschaffing van de orde der Jezuiten. Gesneden door
T. V(an) B(erckel.) De stempels van dezen penning worden (volgens
R. Chalon, Revue Beige de Numismatique 1H78, p. 278, bewaard
in de Munt te Brussel en de penning is ook afgebeeld in het
tweede deel van een Portugeesch werk van A. G. Teixeira de Aragq
(Lisbon 1871), getiteld : Descripcdo gerat e historica das moedas
cunhadas em nome dos reis, regentes e governadores de Portugal. (Zie
daarover Revue 1877 p. 153 en 1878 p. 277).
Bij la Faille n°. 523. Mm. 39. Z. 20 W. De Vries (1884) n°
2175. Z. 21 W, f 4.50.
1680. Als boven, Dezelfde penning, maar zonder A(nnd) V
(Quinto) aan het slot van het omschrift der Voorzijde.
Bij la' Faille n° 524, Mm. 39. Z. 22. De Vries (1884) n° 2176..
Z. 21 W. f 3.— De Groot-Kooiman n° 1549. Z. 21 W. Bom,
1873, blz. 94, n'°. 2134. Z. 22 W.
-'1 6 8 1 . Als boven. (Verv, n° 487. Plaat XLIV, blz. 74.)= Ook
in Zeitschrift des Harz Ver eins für Geschichte und Alterthumskunde.
VII, 1874 (4) S. 413. Arnp. Num. II, n° 6522. 2)
1682. Als boven. (Tin). Vz. Borstbeeld van de rechterzijde
met tiara en inpluvial. Omschrift; Clemens X IV Pont(ifex) opt(i-
mus) maximus. Kz. als h0 487, doch in de afsnede in plaats van
mentor: mem. en Ps, CXVIII. 8) Zeitschrift S. 414 c) met verwijzing
!) Verbeteringen: Vervolg VI blz. 72, regel 21 v. b. staat :• Coerjerdam), lees :
Coev(ordiam), en blz. 73, regel 6 v. b. staat: Bepartator), lees: Repar(atae).
2) Het Nunqvam etc. op de Kz. is ontleend aan Mattheus VII: 23.
3) Verv. N°. 487 heeft Psalm CXVII: 23, doch deze psalm heeft in onzen
Statenbijbel maar twee versen. In Psalm CXVIII: 23 leest men aldus: Dit is
van den Heer geschied, en het is wonderlijk in onze oogen.