2402. Loodje, gegoten, groot 16 Mm. Vz. De / tonne / van
de / K loot. K z . 1793 en ingestempeld: [4 GL] — 1794.
2403. Cat. Bom (1873) blz. 255, n° 6050. Proefslag op een []
loden plaat van de Kz. van het 100 stuiverstuk met het omschrift
Trajectum ad Mosam. (Mailliet, pl. LXXYI, n° 16.)
2404. 1794 October. ( Verv. n° 819. Plaat LXXVIII, blz. 438.)
Noodmunt van 100 stuivers van Maastricht. Tweezijdig. (Mailliet,
pl. LXXYI, n° 16, I p. 301.) (Épreuve en argent). Cabinet de Mi
Geelhand (État Belge.)
2405. Als boven. ( Verv. n° 820. Plaat LXXVIII, blz. 438.)
Ook van 100 stuivers, doch eenzijdig. (Bij Bom, (1873), blz. 112,
n° 2565, met 100 stuivers, omgekeerd, 'ingeslagen.) Hennin pl.
LXIY, n° 640. Mailliet, pl. LXXYI, n° 17.
2406. Als boven. Kz. gegraveerd : Souvenir de Maestrieht. Bij
Bom (1873), blz. 112, n° 2564. Z. 30. W.
2407. Als boven. (Verv. n° 8217 Plaat LXXVIII, blz. 439.)
Yan 50 stuivers. (Hennin, pl. LXIY, n° 641. Mailliet, pl. LXXVI
(18), p. 301.)
Monnaies obsidionales inédites relatives au siège de Maestrieht en
1794, par Charles Préau. Paris 1887, 8°, 10 pages et 2 vignettes?
(Revue Belge de Numismatique. (1888), p. 382. J)
HENBIK HOOFT Daniêlsz. , Burgemeester der Stad Amsterdam.
„Zie hier het beeld des achtb're Hoopt ,
Wiens heilzon nimmermeer verdooft,
Wiens grootheid nu, nog nooit zal sneeven,
Zo lang den patriot zal leeven.”
Het Wapen van Amsterdam
1788.
„Het achtbre Wapen van de groote Stad aan 't Y ,
Het kweekschool van de vryheid minnende burg’ry,
Sal' eeuwig 't gryze Hoofd van Vader Hooft bekronen,
Lang leev’ deez' Brave Held en alle vryheidszonen."
') Les quatre poinçons qui marquent ces monnaies se retrouvent sur un
écu de Louis X V I de 1791 et sur un demi-écu de Louis. XV, au type enfantin
que M. Préau fait connaitre dans sa brochure. L’on pourrait déduire de ce
tait avec l’auteur, que pour éviter les frais de la fonte et du laminage de
2408. 1794. (Verv. n° 8 2 2 - 825. Plaat LXXVIII en LXXXVIII,
blz. 439—442.) Geld, geslagen te Utrecht ten behoeve van deWest-
Indien.
2409. 1794 14 November. (Verv. no. 826, Plaat LXXVIII, blz.
442.) Ter nagedachtenis van Pieter Nieuwland. Gemaakt door K.
Lanting.
2410. 1794. (Verv. n° 827. Plaat LXXVIII, blz. 443.) Draag-
penning der uitgewekenen uit Nederland naar Frankrijk. * *)
2411. 1794. (Verv. 828. Plaat LXXIX, blz. 444.) Toegangs-
penning of bewijsteeken van het Vaderlandsch Amstéldams leesgezelschap.
Aid. blz. 446 (4) een versje van M. C. van H all. Zie T heod.
J orissen: Maurits Cornelis van H all. 1787 —1815. Amst. 1867.
(Niet in den handel.)
T heod. J orissen, De Patriotten te Amsterdam in 1794. Over de
Leesgezelschappen aldaar, blz. 51. Art. 10 (2) Advies: „Met het
oprichten van Leesgezelschappen onder den gemeeiien man, ten einde
ook lagere dassen voor te lichten en voor te bereiden tot ’t omhelzen
der Fransche principes.” 2)
2412. 1794 26 April. Zilveren bruiloft van Pieter van der Biet
en Maria Agatha van Yssum. (Posthumus n° 1386. Mm. 45. Z. 27.)
Door J. M. Logeman. Nav. X, (1860) blz. 187. Tweede Lijst n° 403.
De Boye n° 3460. Z. ƒ 3.75. De Vries (1854) n° 2830. Z. 26 W.
Gestempeld, groot 31 Mm. Zilver. Bom, (Sept. 1889) no. 221).
l’argent, on se contenta, à un moment donné, de contremarquer tout simplement,
afin d’augmenter leur valeur coursable les écus et les demi-écus de
toute provenance, qui se rencontraient dans Maestrieht en l’an 1794.” —
(A. de Witte.)
Zie ook A. Perreau in de Revue de la Numismatique Belge II, (1846),
p. 391—392. Het cijfer van f 37.082.10 st., Vervolg X blz. 433 genoemd, wordt
aldaar op f 37.363 florins de Liège aangegeven.
l) Bij Jamieson-Feyens n° 3252. Vz. van 827. Z. 7 W.
*) Een zilveren beker op voet, waarop gegraveerd : „ Ter gedachtenis van
het Leesgezelschap Varietas Delectat, opgericht in den jare 1784. December
1844 vriéndelijk aangeboden aan L. Stokbroo. (Zilv. K(leine) K(eur). 12,5.
dekagram. (Cat. van varia nagelaten door G-. Theod. Bom, 18—20 Aug. 188~>,
blz. 7 , no. 167.)
4' f m y j * .