- 2507. 1800 28 Juli. (Ven. n° 869. Plaat LXXXIV, blz. 499.),
Strooipenning op den door den Duitschen Keizer niet bekrachtigden
yrede te Parijs gesloten.
2508. 1800. Penning van de Akademie te Brussel. Le maire
et le conseil municipal de la ville de Bruxelles, departement de la
Dyle. Minerva gezeten te midden van de haar toegekende voorwerpen.
Kz. La Liberté les encourage et les recompense. Germinal an IX.
Engelen bezig te schilderen, te beeldhouwen, enz. (Yerg. zilver, geciseleerd.)
Cat. Bruxelles (29 Août 1868) p. 56, n° 1281, met deze
opmerking, dat de Kz. slaat op de instelling door Karei van Lotharingen
en dat die is gesneden door van B erckel.
2509. Anvers 1800. Société de l’arc du fort de Lillo. Médaille
gravée au type de Saint Sébastien. (Coll. Coubeaux n° 64 Arg.
Bruxelles 13 Mars 1890.) —
2510. 1800. Belastingloodje te Amsterdam. A. W. Bij van Orden,
pl. VI, (4) blz. 21.
2511. 1800 25 Septb. ' Op de 25jarige echtvereeniging van H.
G-üde & H. A lofsen. (door J. M. Lageman.) (De namen gegraveerd.)
(Kab. Smits v. Nietncerkerk.) Z.
1801.
2512. Aanvang der 19e eeuiv. Door Stierle.
Voorzijde: Een zuil, waarop gebeeldhouwd: XIX. De gevleugelde
liefde omhelst en omkranst de Hoop, leunende op haar anker.
Vóór den sokel een uit de vlammen oprijzende fenix.' Omschrift:
Schau wie alles sich freut. Rechts op den ondergrond : S t :(ierle) *)
Keerzijde: De gekroonde Apollo met lier in de hand in zijn zonnewagen
op wolken door een vierspan getrokken. Een Amor, bloemen
strooiende, vliegt vooruit. Opschrift: Des kommenden Wonne Jahrhunderts.
Kab. P. H. v. Gelder (Rijks-Museum). Zilver. Mm. 26.
*J Joh. Jac. Gottfried Stierle, Stempelsnijder in Berlijn, 1784. f 1806.
2513. Als boven door Loos. Voorzijde. Een Januskop met grijsaard
en jongelingsangezichten (accolés.) Links daarvan een rookende
fakkel en cypressen loof; rechts daarvan een hoorn van overvloed
en rozenstruik. Daaronder, in de afsnede : Zum Schluss / des achtzehnten
j Jahrhunderts. Omschrift: Vergangen sey das Übel, froh die
Zukunft.
Op den sokel van de koppen L(oos) i).
Keerzijde. Een vreedzaam landschap bij in het westen (links)
ondergaande zon. In het midden een appelboom, waaronder een
herder zit, op zijn oboe blazende. Achter hem een ploegend landman
: vóór hem schapen en in het verschiet een dorp. Onderschrift:
Wunsch zum neunzehnten Jahrhundert-. Omschrift: Der edle Baum
verbreite Schirm'und Fruchte. Groot 26. Zilver. Als 2512.
1800- 1801.
2514—2515, Bij Mr. Jer. deVries Jer.z. (1884) vindt men op het jaar
1800 de oude" kwestie wanneer de eeuw eindigt, op drie penningen
n° 2685 — 2687. Bij Jer. de Vries (1854) ook drie stuks n°.
2884. Z. 26, n° 2885, iets anders Z. 1.3 = 2886. Z. 13.
2516. Bij SchlickeYSEN, Annalen der gesummten Numismatik 1 , 1 .
S. 181. Auf dem Anfang des 19ten Jahrhunderts. Vz. Herkules in
den wieg, hoe hij de slangen doodknijpt. Omschrift: Der Anfang
Kampf.
Kz. De attributen van Herkules met een palmtak bedekt. Omschrift
: Der Fortgang Buhe 1801. Het denkbeeld van dezen penning
is van den Hofrath Eschenburg; de stempelsnijder er van is
Merkens in Brunswijk.
b Kab. P. H. van Gelder (Rijksmuseum).
Kan zijn : / L(oos) Friedrich in Berlin f 1800.
; Ljoos) David Friedrich in Berlin 1768 f 1819.
ƒ L(oos) Godfried Bernhard f 1843.