ƒ 7 5 1 -3 -4 . f 686 - 15-: ƒ 6 9 0 -1 2 - en aldaar blz. 1834, 1779
17 April. Acht gouden penningen, ontvangen van den nieuwen stempel.
Uitgereikt 12 Ju n j 1779. Twee aan Mr. Matheus Rees en
Sloet te Westerholt uyt de admiraliteit op de Maze voor de eerste
reyze alhier in commissie komende 13 July 1779. Den heer Lemker
van Breda voor de eerste maal in deze stad (’s Bosch) gekomen als
gecommitteerde wegens den raede van staten.
7 Febr. 1780 den Heere Lijnden tot Hemmen, tyde wanneer deselve
voor de eerste maal als Hoogschout binnen deze stad is gekomen.
(Blijven vier.)
1836. 1779, Zilveren bruiloft van W. Hommes en A. M, Cock.
Vz. Alg. penning. Kz. Gegraveerd. Cat. Hooft van Iddekinge,
N° 637. Mm. 42. Z. 21 w. K. P. Kab. Aanw. 1883, blz. 16. Z.
gr. 51 Mm.. (Van Gelder.)
■ Vz. Gèst. Amor met pijl en boog op een leeuw rijdende. Amor
vindt omnia. (De Liefde overwint alles.) Kz. W. HOMMES en
A. M. COCK / 25jarige Tromvdag / 29 December 1779.
1837. 1779 21 Mek Als boven van Willem Gideon Kleman en
Catharina van der Poel. Getrouwt 21 May 1754. Gesneden door
v. Berckel. (Algem. Penn.) Kantschrift. Cat. v. d. Chijs n° 617.
Mm. 38. Z. 16 W. Posthumus n° 1251. Mm. 39. Z. 16 W.
Derde Lijst n° 75. In Leidsch Kab. nu Kon. P. Kab.)
1838. 1779. Als boven van II. de Wolf en N. Rijke. Gesneden
door v. Berckel en Lageman te zamen. „La signature des deux graveurs
sur cette médaille est un fait intéressant.” (Catalogue du cha-
noine Bellefroid a Bruxelles. (Mai 1862), p. 46, n° 1000. Argent.)
1839. 1779. 13 Aug. Vijf en twintig jarig huwelijk van S. Jon-
gewaard Junior en M. J. van Campen. 17 8'j3 79. • Bij P. Smidt v.
Gelder I, n° .4078. Gr. 27 Mm. Z. 17 W. ƒ2.25. "
Vz. Eene geknielde vrouw voor een vlammend altaar, waarop
25 enz. Pro preestitis Deo solvamus gratias. (Vöor het verleende
brengen wij dank aan God.) T(heodorus) V{an) B(erckel'). Majora
precantes beneficia. (Grooter zegen afsmekende.) J. M. L ageman.
Kz. Onder den vogel Feniks. In acht regels:
Een hert dat dankbaar is / Moet als een offer branden,
Tot Godt die ivelvaart heeft / En voorspoedt in de handen.
Betoont TJ dankbaar aan / de Bron van allen zegen,
Opdat steeds gunst en heil / U bijblijve op uw wegen.
(De bovengenoemde namen zijn beneden op een band hesneden.)
Zie Eerste Lijst n° 169. De Roye n° 3245. Mm. 27. Z. ƒ1.75.
1840. Als boven van Jan Herm. Vingerhoedt en Jacomina Ant.
Terwen. Gesneden door v. Baerl. Ngvorscher VI, blz. 259 bij
W. D. V.. Bij Jamieson-Feijens n° 2848. Posthumus n° 1250.
Mm. 55. Z. 59 W.
1841. 1779. Als boven van R. Oorver en M. Ouwejan. Cat.
Tent. Zaandam n° 1388. (Inz. C. van de Stad Jr. te Zaandam.)
Geheel als n° 1840.
1842. 1779 12 Novb. Zilveren bruiloft van Mr. D. Thilenius en
M. E. van der Haer.
Voorzijde. De vereenigde wapens J) der jubilarissen aan een strik
onder één kroon, omgeven met bloemen, palm-mirtentakken en brandende
huwelijksfakkel. Daaronder op een wimpel: 47 OUD 47.
Omschrift: Mr. DAVID JAN THILENIUS en MARGARETHA
ELISABETH van der HAER.
Keerzijde. Hymen, bestraald door een hemellicht en alziend oog
met eén toorts in de linkerhand bij een omkransd altaar, waarop
in slangenrond XXV is gebeiteld en waarop twee brandende harten
geplaatst zijn, houdt het eene einde van een keten vast, waarvan
het ander einde door de Trouw (eene vrouw) en Amor gedragen
wordt. Een hond ligt voor de voeten der Trouw en de pijlkoker
ligt achter Amor.
Omschrift: Wij hebben van dees Echt door Lievd’ en Trouw
naa 25 jaaren geen berouw.
In de afsnede : GEVIERT 12 NOVEMB.
1779. 2)
1843. Als boven. 1779 14 Mei. (Ingesneden.) Van L. Martens
0- Thilenius, gekwarteleerd (1 en 4) van goud, met een pronkende paauw
(2 en 3) van keel met drie handzaagjes van goud.
Van der Haer , van zilver met twee dubbel getinneerde fazen.
*) Perste Lijst, n° 166. Navorscher VI, blz. 13. Oosterdijck c. s., n° 1263 in
een doo3je, gevoerd met zijde, waarop eenige dichtregelen. De Groot Kooiman
(1889) n° 1603. Mm. 45. Z. .28 W. Bom (1873), blz. 97, n° 2219. Mm. 45. Z.
29 W. Kon. P. Kab. Z., groot 32 Mm.