terwijl de inrichting voor het stellen der walsen het möge*
lijk maakt den afstand daarvan tot op duizendsten van
mM. te regelen en af te lezen. Daartoe wordt bij de groote
walsmachine de bovenwals met 2 verticale schroeven op
en neer bewogen, terwijl bij de 4 andere machines horizon*
tale wiggen tusschen de standaards en de lagers der
Fig. 94. Pietzaal (ponsmachines).
bovenwalsen worden gedreven. Ten einde te voorkomen
dat de afstand der walsen gedurende het werk verändert
ten gevolge van temperatuursverhooging, worden deze
met stroomend water inwendig gekoeld. Heeft het mate*
riaal nu de gewenschte dikte bereikt, zoo wordt op eene
ponsmachine uit iedere tin eene plaat van de diameter
van het muntstuk uitgestooten en deze gewogen. Valt
het gewicht binnen de remedie, dan wordt de tin op
de zoogenaamde doorsnijders geheel uitgeponsd. Daartoe
zijn, behalve eenige andere machines, nieuwe automati*
sehe doorsnijders opgesteld, door de firma Frans Smulders
te Utrecht gebouwd. Deze machines zijn ingericht om
2, 3 of 4 platen in een slag uit te stooten. De nippels
zijn in verstek geplaatst, ten einde het stellen daarvan
te vergemakkelijken. De toevoer geschiedt door geribde
walsjes bij iederen slag, terwijl de geperforeerde strook
welke overblijft door een mes in snippers wordt gesneden.
Van de oude machines welke in deze zaal staan, moeten
nog vermeld worden een roteerend mes, waarmede metaal*
bladen langswijs kunnen worden doorgesneden, een viertal
kleine ponswerktuigen (voor het stooten van gaatjes in
geldstukken) en een draaiende trommel, met geperfo*
reerden omtrek, welke dient om de stukken, die niet
cirkelvormig zijn, uit de schieten. Ten slotte wordt hier
nog aangetroffen een, van een ingebouwden motor voor*
ziene, schaar. De laatste snijdt de tinnen door, zoodra zij
door het walsen eene te groote lengte hebben gekregen.
Met het oog op de beperkte lengte van de moffels der
gloeiovens is dit doorsnijden noodzakelijk.
Daar het materiaal tengevolge van het walsen hard wordt,
moet het van tijd tot tijd worden gegloeid. Daartoe is
naast de pletterij en van daaruit te bereiken, het gloeihuis
gebouwd. Hierin zijn twee dubbele gloeiovens opgesteld,
gebouwd door W. Ruppmann te Stuttgart. Deze ovens
bevatten ieder een moffel van 2 M. lengte, 65 cM. breedte
en 32 cM. hoogte. Boven deze moffel bevindt zieh bij drie
hunner eene ruimte, waardoor de rookgassen strijken alvorens
in het rookkanaal te worden geleid. Deze laatste ruimte is