G. Munten van de Heerlijkheden Vianen en Heukelom.
H. Bisschoppelijke Utrechtsche munten (lie eeuw tot 1528).
1 2
Fig. 73.
1. Dubbele plak van Groningen* 1594; a afslag.
2. Utrechtsche Stuiver, 1754.
I. Munten van Philips II als Heer van Utrecht (1568
tot 1581).
K. Munten van de stad Utrecht (14e tot 16e eeuw).
Fig. 74. Zeeuwsche Unie-Rijksdaalder Fig. 75. Zeeuwsche Rijksdaalder
1586. 1794.
Munten van het graafschap Kuinre (14e eeuw).
. Munten der Rijkssteden Zwolle, Kampen, Deventer
gemeenschappelijk (16e eeuw). Eveneens van de 3
steden afzonderlijk.
N. Munten van Philips II als Heer van Overijsel.
(1561-1567).
Fig. 76.
1. Friesche Staten-schelling, 1682.
2. Zeeuwsche Hoedjes-schelling, 1737-
3. Hollandsche Scheepjes-schelling, 1759.
O. Friesche munten (lie eeuw).
P. Munten van Groningen als rijks*munt (13e eeuw tot
± 1570).
Q. Hertogelijke munten van Braband en Limburg (13e
tot 16e eeuw).
R. Munten der Graven van Megen, Loon, Hoorne en
der Heeren van
Gronsveld.
Fig. 77. Utrechtsche Gulden, 1715.
Groep II.
Munten, sedert
de Pacificatie
van Gent door
de afzonder*
lijke gewesten
in de acht pro*