(Leeuwendaalders naar de Resolutie van de Staten van
Fig. 25. Leeuwendaalder door de stad Utrecht geslagen. 1579.
In het omschrift: Philips, Heer van Utrecht.
Holland d.d. 27 Augustus 1575 l) alsmede dukaten, zulks
r) Het eerste geldstuk, door de Staten van Holland geslagen: «De Staten, vertoont sekere figure van Munteonp deiieg egne sglaegzeang «soude werden, hebben besloten, daerof eenen Daelder geslaghen te
Fig. 26. Leeuwendaalder van Holland. 1576.
««wkoeprdere,n evnadne oommttrreenntt ancehgte np einnn’ti nmgeanrc ks,i lvseurlsc kse nd’te sevlvieer oiprebnanerinligjkesnt
met dien verstände, dat de baten dier aanmuntingen zouden
worden besteed tot versterking van de stad en van de
kleine steden, wanneer en waar de Staten dit noodig zouden
oordeelen. Kort daarop werden, zooals vroeger van wege
den vorst en nu ook reeds in Holland van wege de Staten
van dat gewest het toezicht op den muntslag aan een of
meer generaalmeesters was opgedragen, door de stad zelve
«gecommitteert tot generaels van de munte van de Stadt
Jan Jacobss. van Wijckersloot ende Henrick van Zuylen,
Raden». Dat uit den voorgenomen muntslag van grof zilver
en van goud moeilijkheden moesten rijzen is niet te ver*
wonderen; de provincie is bij de stad in de schuld, de
stad meent, dat hare verdedigingswerken niet voldoende
worden onderhouden, dat de Muntmeester onder zieh
gelden heeft «genomen van reserven van de Munt bij de
voirs. Staten an haer genomen» en zij gelast hem aan
niemand dan aan den cameraar der stad daarvan betaling
te doen. Leeuwendaalders naar de proef door de stad in
1578 genomen, zijn er niet gemunt; de daalders van 1579
hebben een halfslachtig karakter, op de eene zijde vindt
men Philips als vorst vermeld, op de andere zijde «Concordia
res parvae crescunt». De stad, inziende dat de munt niet
als eigen instelling aan haar zou overgaan, ging haar be*
zoldigde stedelijke ambtenaren, anderhalf jaar geleden be*
««eeenndee zpijrdoef ydteel yLcekesut wv,o oenr’dt eg einm edeen ec iLrcaunmdft ewreensteien sal, hebbende op de
Confidens Domino non movetur
«ende op de andere een Wapendrager met het wapen van Hollandt «ende in de circumferentieO
rdines Hollandiae.