geleid. De Notulen van het provinciaal en stadsbestuur
bevatten over de gebouwen, niet over het bedrijf, slechts
enkele körte mededeelingen.
«’s Vrijdaghs den XXIen Juny 1644»
«De Heeren Burgermeesteren mitsgaders d’Oudburger*
«meester Nijpoort mette ordinaris Commissarissen des
«Convents van Cecilien sijn geauthoriseert omme mette
«heeren Gecommitteerden van de Staten» (daartoe 8 Mei
tevoren aangewezen) «te gaan besichtigen de gelegentheyt
«van’t selve Convent, ende offmen aldaer bequamelyck de
«mundt soude connen transporteren, oock offmen ’t getimmer
«ende erff van de tegenwoordige munt niet soude connen
«approprieren tot bequame woningen ende verbredinge van
«de Sack, doende van hun wedervaren rapport».
Het overleg tusschen Staten en Stad schijnt lang te hebben
geduurd. Eerst in 1647 wordt van de zaak weder gewag
gemaakt; de onderhandelingen hebben tot een soort ruiling
geleid. De provincie zal voor hare Munt van de Stad een
(groot) gedeelte van het Cecilia==Klooster overnemen en dt
stad van de provincie in koop verkrijgen de oude Munt
met bijbehoorende erven aan de «Sack», onder verrekening
van het verschil in waarde.
« s Saterdachs den 17en February 1647»
«Gezien de respectieve caerten ofte grondteyckening1) soo
«van Cecilia Clooster als van’t getimmer ende erff van de
«Munte ende Muntestege2), sijn de heeren op den XXI Juny
«1644 hiertoe gecommitteert alsnu gelast ende versocht, om
«met ende neffens d’heeren Gecommitteerden van de Ed:
«Mo: Heeren Staten door Meesters ter wedersijden daer
*) Zie fig. 28. 2) Deze kaart is niet meer aanwezig.
«toe te nemen, ’t getimmer ende erff soo van de voors.
«munte, ’t welck haer E d: M o: de Regierders deser Stadt
«over doen souden, als van’t voors. Clooster ’twelck bij
«haer E d: M o: daer tegens aengenomen ende totte Munte
«geaccommodeert soude worden, te doen estimeren ende
«daer van alhier rapport te doen».
Op 22 Februari 1647 1) werden aan beide zijden besluiten
genomen; dat er «aengenomen ende geemployeert sal wer«
den tot het slaen van Hare E d: Mog: Munte ende woninghe
van derselver muntmeester in der tyt, het convent, huy=
singe, getimmer ende erve van den convente van St. Cecilie,
staende ende gelegen op de Neude, als in de caerte ende
aftheyckeninge bij de gemelten Heeren Gecommitteerden
respective daervan gemaeckt, ende daerop aengewesen is de
bepalingen van dien. Ende dat in plaetse van derselven
convente huysinge, getimmer ende erven metten appenden*
tien van dien bij permutatie ende wisselinge van dien, voor
ende ten behoeve van de gemelte Heeren der Stadt Utrecht
overgegeven ende gelaten sal werden, Hare E d: M o: huy«
singe, getimmer ende erven metter appendentien ende
dependentien van dien, soo die jegenwoordigh tot het
muntwerck, als wooninge voor den muntmr ende anders
Hare E d: M o: competeerende syn ende geemployeert
werden .... Ende dat Hare E d: M o: boven dese huysinge
ende erve van Haere munte noch voor ende ten behoeve
van de meergemelten Heeren der Stadt Utrecht geven ende
betalen sullen aen gelde de somme van drie duysent guldens,
eens ende al» . . . .
De resolutie der Vroedschap vermeldt nog dat de taxatie
t) Zie Resoluties van de Staten van Utrecht van dien datum.