lijksch klein subsidie, de verzameling ten slotte geworden
tot wat zij nu is '). Zij geeft een vrij volledig overzicht
van de in onze gewesten ver*
vaardigde muntsoorten, vanaf de,
in naam der Fränkische Vorsten
in de 7e eeuw in Utrecht of
Dorestad (Wijk bij Duurstede)
geslagen stukken tot die van
onze dagen. Dit rijke materiaal
is tot dusverre bewaard geweest
op zoodanige wijze, dat de toeä
gang ertoe zeer bezwaarlijk en
een overzicht er van in ’t geheel Fig-70- Overijsseische gouden met te verk• rijgen was. °In de Nobel, 1583.
nieuwe Munt is nu een afzonderlijke zaal bestemd om
de verzameling, althans een belangrijk deel ervan, over*
zichtelijk ten toon te stellen.
Fig. 71. .
21.. HZeoelulawnsdcshceh e' /sD Ruiitj,k s1d7a5a8l.der, 1763.
later Rdeoeodrs Mgerd. eLe.l teWli.j kA d. oBoer siHero rvao lStiococaidm; a mgeeti ndvee nntoaoridsiegeer dv,e riws dijizti wngeernk
nafadaere loinngzee nN iend er’tla nlidcshcth ev emrsuenhtesnbeone kaelsn bziijjnla dgee nc abtaijl odgei djaear rvliejrksscchhiell evnedre» slagen van het voormalig Muntcollege. Ook is daarin opgenomen de
sclaatgaelong upse nvnainng edne. bovenvermelde verzameling Stempels van eertijds ge«
Door de noodige opschriften en toelichtingen zullen de
latere bezoekers op gemakkelijke wijze van de aan variatie
zoo rijke, en uit cultuur=historisch oogpunt zoo merkwaar*
dige, munthistorie onzer landen een indruk kunnen ver*
krijgen.
De verzameling is, in verband met de staatkundige
geschiedenis van ons land, in 6 hoofdgroepen verdeeld.
Groep I. Munten, geslagen vanaf de vroegste tijden
tot de Pacificatie van Gent.
Fig. 72. Achtentwintig van Groningen, 1674.
A. Munten, geslagen door de Fränkische en Duitsch=Neder*
landsche vorsten (7e tot 13e eeuw).
B. Hertogelijke en grafelijke Geldersche munten (12 e eeuw
tot 1576).
C. Munten der Geldersche rijksmunten Nijmegen en
Zutfen.
D. Munten van de Heeren van Batenburg (15e en 16e eeuw).
E. Munten van de Heeren van Berg (14e tot 17e eeuw).
F. Munten van de Graven van Holland en Zeeland
(12 e eeuw tot 1580).