bleken was, dat de
oude gebouwen al*
leen niet voldoende
ruimte konden ver*
schaffen, kwam in
1840 het plan aan
de orde om een ge*
heel nieuwe Munt
te Utrecht te stich*
ten. Door het ge*
meentebestuur van
Utrecht werd ten
spoedigste eenvoor
dit do el aangekocht
terrein tusschen
Kruisvaart en Stads*
buitensingel (onge*
veer ter plaatse waar
nu de Moreelse*
parkdaan zich be*
vindt) kosteloos
ter beschikking van
de Regeering ge*
steld. Een ontwerp
voor een muntge*
bouw op dit bijna
8000 M 2 groote ter*
rein kwam spoedig
tot stand (Fig. 34
en 35).
De aanbieding
van de Utrechtsche regeering, door haar toegelicht met
de woorden: «Wij hechten er groote waarde aan, dat de
on
■! ilüB
Fig. 36. Ontwerp van een nieuwen gevel voor ’s Rijks Munt aan de Oude G racht (± 1840).
(Verzameling ’s Rijks Munt).
sedert zoo vele jaren binnen onze Stad gevestigde Munt,
aldaar behouden blijve» was zeker ten deele het gevolg
van de pogingen, gedaan om een tweede Munt te
Amsterdam te vestigen, ingeleid door adressen aan den
Koning, van Hope A Co. c.s., bankiers en kooplieden te
Amsterdam, ondersteund door de Nederlandsche Handel*
maatschappij en vooral door het gemeentebestuur dier stad,
dat een terrein van 3682 M 2, rondom in het water op de
z.n. Stratenmakerswerf gelegen, ter beschikking stelde. Het
slot van de langdurige overwegingen, waarbij het plan
Amsterdam o. a. op grönd van de hoogere bouwkosten
werd ter zijde gesteld en een ontwerp gemaakt werd voor
een geheel nieuw gebouw op de bestaande plaats aan de
Oude Gracht (Fig. 37) was, dat men enkel tot eenige
uitgebreide verbouwingen van de oude inrichting zou over*
gaan, nadat het terrein eenigszins zou zijn vergroot. Aan
de Oude Gracht werd een perceel verkregen (de gemeente