(G in Fig. 28) dat het volgend jaar door het Rijk werd
overgenomen.
De belangrijkste wijzigingen en uitbreidingen hebben
echter plaats gevonden in de jaren tusschen 1840 en 1847. Zij
hielden verband met den ommekeer in ons geheele munt*
wezen, waardoor in die dagen de gemoederen in hooge mate
werden beziggehouden, en die eerst voerde tot de muntwet
van 1839, welke het aanzijn gaf aan onze nieuwe zilveren
munt, dan tot talrijke voorschriften omtrent de intrekking
A
r~:.... ...., 3' ..... .zL .. ----- .r"^r..TijItrr
4 ,1 1 * l l l l l M tln M 1
Fig. 34. Gevelontwerp voor een Munt aan den (Verzameling ’s Rijks Munt). Buitensingel (1840).
der oude, veelal in erbarmelijk siechten toestand verkeerende
generaliteitsmunten, tot de hermunting daarvan in geheel
nieuwe specie en eindelijk tot de muntwet van 1847. In
het bijzonder vöor de zeer omvangrijke werkzaamheden
dezer hermunting moesten uitgebreide maatregelen worden
getroffen, die in de eerste plaats versterking der munt*
kracht, van het productievermogen, beoogden.
Deze noodzakelijke uitbreiding heeft aan verschillende
plannen het aanzijn geschonken. Nadat in 1837 reeds ge*