Utrecht kocht dit voor f 27000.— en deed het voor de
helft aan het Rijk over) dat met den daarbij behoorenden
tuin achter längs den ouden kloostermuur liep. Het huis
zelf werd behouden en tot ambtswoning voor den Essaieur*
Generaal bestemd; de oude smelterij en bijgebouwen werden
afgebroken en op den nieuw verkregen tuin een groot
dubbel smelthuis gesticht. Aan de noordzijde werd de
bestaande kloostermuur doorbroken en ook aan die zijde
aan de Munt, door toevoeging van een paar perceelen,
uitbreiding gegeven. Op deze plaats kwam een nieuwe
ruime pletterij tot stand, met aangrenzende kleine pietzaal.
PliÄTrr ^PQNIJ
Ook het op de veel verruimde binnenplaats staande gebouw
werd vergroot, de muntzaal geheel vernieuwd en aldus
de geheele toestand van de eigenlijke fabriekslokalen in*
grijpend gewijzigd. Dit alles geschiedde gedeeltelijk tijdens
de drukke werkzaamheden der hermunting en het is geen
wonder, dat aan de Munt lang de herinnering aan deze
belangrijke periode is bewaard gebleven 1).
Een schaduwzijde van deze gedeeltelijke, maar toch reeds
aanzienlijke verbouwingen, die te zamen met aanschaffing
van machinerieen ongeveer 3 ton den lande hebben gekost,
is de omstandigheid geweest, dat de overige gebouwen der
Munt, een uitgebreid geheel, onveranderd in den ouden
toestand bleven. Tengevolge van hun hoogen ouderdom
kwamen de laatste niet zoo heel veel later in een zoodanigen
staat van bouwvalligheid te verkeeren, dat de noodzakelijk*
heid zieh nu eindelijk voordeed om tot geheele vernieuwing
der gebouwen over te gaan; daarbij heeft men nu echter
geen voordeel meer gehad van de bovenbesproken ver#
bouwingen in de 50er jaren 2).
Behalve op het terrein zelf van ’s Rijks Munt zijn nog
tezelfdertijd op enkele andere plaatsen binnen de stad
Utrecht muntwerkzaamheden verricht, waarvan hier volledig*
heidshalve in het kort melding moet worden gemaakt.
Toen het kasteel «Vredenburg» door de burgers der
stad, tegen wier roerigheid het als bolwerk was opgericht,
in 1578 was gesiecht, waren er enkele brokstukken blijven
0 Een uitvoerige beschrijving «Van al het Verrigte het Nederlandsche Muntwezen, van de hand van Dr. A. tVotr ohliekr,s tIenls pveacns teursEssaieursGeneraal, verscheen in 1853.
koo2)p Nbaijdgeervhoaengdd , ziinjn 1n8o60g eweend epre recnekele lea anaa ndger eNnezuendde,e bheusitzeemn dd ovooro ra adnes sdiintd sh u1i8s5 1i s (tloatt er1 Oaactn. 1B8i6n6n)e naalann ddsec hMe uZnat kgeenv eostviegrdgee gpaoasntz. egInel f1a8b7ri4c aztiijen; ebirnadkeelni,j kw daea rtuwite ed eh uMizuennt, lädnieg sd dee lOanugdee rGeerakcsh vt banes tsomnadl,l ea apnagnedkeonc hotn, dmere*t zhiejnt ooopg odpe vueitrbdrieeipdiinngge nd etro tp onsut stteome pdeeb fkabanritcoarteien. vIann d erzeeg ilsataratsttiee , hzueizgeenl, successie en waarborg gevestigd geweest.