
GENISTA SAGITTALIS L.1312.
GENISTA SAGITTALIS
Pijlbladige Brem.
Hoogduitsch: Pfeilblattriger Ginster.
Enge/seh: Jointed Genista.
Bloeit: Mei—Julij- fi.
I.
Stelsel van Linnaeus: CL XVIII. O. 4. Diadelphia Decandria.
Natuurlijk Stelsel : Vasculares Dicotyledoneae. O. Leguminosae.
Geslachtskenmerken. Zie Deel XL, N°. 837.
Soortelijke kenmerken : Basi suffrutescens, caulibus repentibus radicantibus, ramis herbaceis erectis
alatis, ancipitibus articulatis, foliis brevibus, ovato-lanceolatis, racemis terminalibus subcapitatis, calycis vil-
■ loso-tomentosis laciniis superioribus ovato-lanceolatis labium inferius trifidum aequantibus, corolla glabra .
legumine lineari compresso brevi hirsuto.
Stengel aan den voet heesterachtig, kruipend, wortelend; takken kruidachtig, opgerigt, gevleugeld, met
gelede tweesnijdende vleugels; bladen kort, eirond-lancetvormig; bloemtrossen eindelingsch, min of meer kopvormig
; kelk harig-wollig; bovenste kelkslippen eirond-lancetvormig, éven lang als het onderste driespletige
lipje; bloemkroon onbehaard; peul lijnvormig-zaamgedrukt, kort behaard. Cytisus sagittalis Koch. Pterospartium
sagittale Willk.
Verklaring der Afbeelding, a. kelk; b. bloem doorsnede; c. c. bloem.
Groeiplaats. Drooge bergstreken. Zuid- en Midden-Europa. In Turkije, Griekenland, Bulgarije, Servië,
Herzegowina , Dalmatië , Italië, Spanje, Portugal, Balearen , geheel Frankrijk, oostelijk België, Luxemburg,
Limburg, Rijnprovincie; doch zeldzaam in noordelijk en oostelijk Duitschland. Ontbreekt in Rusland en verder
oostwaarts, in Denemarken, Hanover, Silezië, en Groot-Brittannie en Ierland.
Nederland. Het afgebeelde exemplaar is in 1882 op den St.-Pietersberg bij Maastricht gevonden, in
gezelschap van Genista tinctoria, Calluna vulgaris enz., door den Heer H. L. Clumper , le luit. der Infanterie,
en voor de Flora Batava aangeboden door Dr. T. C. Winkler te Haarlem. Zoo ver mij bekend,
is de plant tot heden nog niet als inheemsch vermeld. Haar voorkomen in Limburg is belangrijk als het
noordwestelijk grenspunt harer verspreiding.
Ê
Bil