
2 E G •• i . -W ,
VEROIICA OPACA Pries.
Dofgroene Eerenprijs.
Hoogduitsch : Mattgrüner Ehrenpreis.'
Engelsch: Opake Speedwell.
- Bloeit: April—Aug. ©.
Stelsel van Linnaeus : Cl, II. O. I. Diandria Monogynia.
Natuurlijk Stelsel : Vasculares Dicotyledoneae, O. Scrophularineae.
Geslachtskenmerken: Zie Deel I , N°. 1.
Soortelijke kenmerken: Paree pubescens, caulibus fijiformibus ascendentibus et decumbentibus, foliis
subrptundo-ovatis serrato-crenatis, pedunculis' axillaribus solitariis folium subaequantibus vel brevioribus,
fructiferis reflexis, calycis segmentis subspathulatis villosis capsula longioribus, corolla coerulea calycem
subaequante, staminibus fauci insertis, capsula intertexte villosula, transverse valde latiore acuta marginata,
loculis turgidis margine carinatis 3—8 spermis, stylo sinu sublongiore, seminibus ovatis cyathiformibus rugulosis.
Schaars behaard ; stengels draadvormig, opstijgend en neergebogen; bladen rond-ovaal, gezaagd-gekarteld;
bloemstelen in de bladhoeken alleenstaande, ongeveer zoolang als het blad of korter; de vruchtdragende
teruggebogen; kelkslippen min of meer spatelvormig behaard, langer dan de zaaddoos; bloemkroon blauw,
ongeveer zoo lang als de kelk; helmdraden in dejbuis der bloemkroon gehecht; zaaddoos met dooreenge-r
groeide haartjes bezet, overdwars zeer breed en scherprandig, gezoomd, met gezwollen, aan den rand kiel-
vormige, 3—8 zadige hokjes; stijl iets langer dan de hoek tusschen de hokjes; zaden eirond, napvormig,
rimpelig.
Onderscheidt zich van Y. polita (Deel XVI N°. 1257) door de behaarde kelkslippen, de plaatsing der
helmdraden, de breedere, diep uitgerande zaaddoos, de 3—8 zadige hokjes en de dofgroene, niet glanzige
blaadjes; van V. agrestis L. (Deel YI N°. 417) door de beharing, de geheel blaauwe bloemkroon en dieper
ingesneden zaaddoos.
Verklaring der afbeelding: a bloem; b id. doorsnede; c bloemkroon inw.; d kelk doorsn.; e vruchtje;
f id. doorsnede; g zaad (alles vergr.).
Groeiplaats. In bouwlanden. Van zuidoostelijk Europa door het Donaugebied tot in Skandinavië. Schijnt
in Spanje en Frankrijk te ontbreken. Niet vermeld voor Gr. Brittannië ; zeldzaam in België.
Nederland. Voor het eerst als inlandsch vermeld in 1848. Gevonden bij Delft, op Z. Beveland, bij
Deventer en Leiden (Oudemans', Flora v. Ned. , II. 423); later ook door den Heer Walraven op bouwland
op het eiland Walcheren. Het exemplaar der afbeelding is door hem aangeboden in 1884.
R| l |
H! , i
1