
3 VISCmUS FRIES. 1285.
2 V . m A j r K n y *
GrOIPHIDIÏÏS VISCIDUS Pries.
Lijmerige Spijkerzwam.
Hoogduitsch: Schmieriger Keilblätterpilz.
Engehch: Viscid Club-Agaric.
Herfst.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XXIV. Sect. V. Cryptogamia Fungi.
Natuurlijk Stelsel : Cellulares Mycetes. O. Hymenoxnycetes Trib, Agaricini.
Geslachtskenmerken : Zie Deel XVI, N°. 1245.
Soortelijke kenmerken : Pileo carnoso demum umbonato sub-viscido fusco rufo, lamellis purpureo-umbrinis
ramosis, hymenophoro inter laraellarum laminis descendente. Stipes intus rhabarberinus. Fries, Hymen. eur.
Hoed vleezig, later met een verhevenheid in het midden, min of meer lijmerig, rosbruin; lamellen donker
purperbruin, vertakt; hymenophorum tusschen de bladen der lamellen afdalend. Steel van binnen rhabarber-
kleurig. A. Gomphus. Pers. Als een verschillende vorm wordt door Fries onder deze soort vermeld:
G. testackus pileo stipitisque basi (etiam intus) testaceis, lamellis plano decurrentibus.
Scherfbruine G. Hoed en steel van onder (zelfs inwendig) scherfbruin: plaatjes vlak afloopend.
Deze vorm is van grooter omvang dan de type; de steel is zeer lang, de hoed vlak, in het midden neergedrukt
en de plaatjes regt afloopend. Agaricus rutilus Sow. t. 105.
Verklaring der Afbeelding. De beide buitenste figuren stellen G. viscidus, de middelste G. testaceus
voor. — Onderaan de spoelvormige sporen vergroot.
Nederland. In dennenbosschen. G. viscidus onder Bloemendaal, Overveen, Vogelenzang bij Haarlem en
Rijzenburg bij Utrecht. G. testaceus bij Driebergen (Oudemans Bév. des Champ. p. 56.) en door mij onder
Bloemendaal.
De. afgebeelde exemplaren G. viscidus zijn afkomstig van Lindenheuvel, die van G. testaceus van de Schapenduinen
onder Bloemendaal, in 1881.
De hoed- oppervlakte vond ik bij de eerste bij droog weder gewoonlyk droog en glad.