
ELATINE HEXANDRA D.C.135!
ELATIXE H E X A O R A
Zeshelmige Elatine.
Hoogduitsch: Sechsmanniger Tannel.
Engelsch: Hexandrous Waterwort.
Bloeit: Junij —Sept. 0 .
D. C.
Stelsel van Linnaeus : Cl. VIII. O. IV. Octandria Tetragynia.
Natuurlijk Stelsel : Vasculares Dicotyledoneae. O. Elatineae.
Geslachtskenmerken: Calyx 3—4 partitus. Petala 3—4. Stamina 3, 4, 6, 8; styli 3—4. Capsula 3—4
locularis polysperma, semina cylindrica curva, transverse rugulosa.
Kelk 3—4 deelig. Bloembladen 3—4. Meeldraden 3, 4, 6, 8. Stijltjes 3—4. Zaaddoos 3—4 hokkig, veel-
zadig; zaden rolrond , gekromd , dwars gerimpeld.
Soortelijke kenmerken : Caulibus gracilibus ramosissimis prostratis radicantibus, foliis oblongo-spathu-
latis petiolo longioribus, floribus pedunculatis hexandris, corolla tripetala, seminibus utrinque leviter curvulis.
Stengels tenger, zeer vertakt, nederliggend, wortelend; bladen langwerpig spatelvormig, langer dan de
bladstelen; bloemen gesteeld, zes-mannig; bloemkroon driebladig; zaden aan beide uiteinden ligt gekromd.
Verklaring der afbeelding: a Plant nat. gr.; b, c id. vergr.; d—g bloem; h vruchtje; *. zaden.
Groeiplaats. Moerassen, waterkanten, overstroomde gronden. Van Italië, door Oostenrijk, Midden-
Duitschland en Frankrijk over Groot-Brittannië en Ierland. Zeldzaam in Noord-Duitschland en Zweden. Behoort
tot de westelijk-Europeesche planten en is ook op de Azorische eilanden gevonden. Voor Rusland niet vermeld
; ook niet voor Hanover en Pommeren. In België niet zeldzaam.
Nederland. Het eerst gevonden door den Heer van Hoven, tusschen 1840—1850, in eene sloot bij het
fort Isabel bij ’s Hertogenbosch; in 1849 bij het Uddelermeer, en door den Heer Kok Ankersmit in het
kanaal tusschen Apeldoorn en Vaassen. De afgebeelde exemplaren, van daar afkomstig, zijn door den Heer
Kok Ankersmit aangeboden.