
, T T r y - ^ m - ^
HAICARIA RIVIHI Host.
Sikkelkruid.
HoogduitschAcker-Sicheldolde. Sichelkraut.
Engelsch: Field Falcaria.
Bloeit: Julij—Sept. 2J.
Stelsel van Linnaeus :' Cl. V. O. II. Pentandria Digynia.
Natuurlijk Stelsel : Vasculares Dicotyledoneae. O. Umbelliferae.
Geslachtskenmerken : Calyx 5-dentatus. Petala obovata emarginata eum lacinula inflexa. Fructus oblongo-
linearis a latere compressus. Mericarpia jugis 5 filiformibus aequalibus lateralibus marginahtibus. Stylopodia
parva disco dilatato insidentia. Carpophorum liberum bifidum. Semen tereti-convexum antice planiusculum.
Involucri polyphylli.
Kelk 5 tandig. Bloembladen omgekeerd-eirond, uitgerand met een naar binnen gebogen slipje. Vrucht
langWerpig-lijnvormig, ter zijde zaamgedrukt. Vruchtjes met 5 draadvormige gelijke ribben, de zijdelingsche
aan den rand geplaatst. Stijlvoeten klein, op de verbreede schijf ingeplant. Vruchtdrager vrij, tweespletig.
Zaad rolrond-bol, van voren vlak. Omwindsels en oinwindseltjes. veelbladig.
Soortelijke kenmerken : Caule tereti patule ramosissimo corymboso, foliis subcoriaceis acute et approxima-
tim spinuloso-serratis, radicalibus simplicibus ternatisque caulinis ternatis partitione intermedia trifida laciniis
falcato-curvatis saepe valde elongatis, lateralibus externe bi-trifidisque, laciniis lineari-lanceolatis.
Stengel rolrond met sterke, uitgespreide vertakking; bladen min of meer lederachtig, met scherpe doornachtige
zaagtandjes digt bezet, de onderste‘onverdeeld of drietallig; de stengelbladen met de middelste ver-
deeling drieslippig, dikwijls met zeer verlengde slippen, de zijdelingsche buitenwaarts twee- drieslippig, met
lijn-lancetvormige slippen. — Sium Falcaria L. Critamus agrestis Bess. Drepanophyllum Scioides Wibel. Falcaria
Scioides Asch. Carum Falcaria Willk.
Verklaring der Afbeelding:.«. Bloemschermpje; b. bloem; c. id. doorsnede; d. kroonblad; e. id. rugzijde.
Groeiplaats. Randen van wegen en bouwlanden, op kalk- en kleigronden. Het gebied dezer plant Strekt
zich uit van het Altaï- en Oeral-gebergte over Siberië, Westelijk Azië, Perzië, Syrië, Palestina, Caucasië,
Griekenland en geheel Midden-Europa tot Noord-Duitschland en Frankrijk. In Hanover en de Rijnprovinciën
niet zeldzaam, tin België slechts een enkele maal waargenomen. — Zeldzaam in Denemarken en Z. Zweden.
Ontbreekt in Groot Brittannië en Ierland,
Nederland. Voor het eerst in Nederland gevonden op den St. Pietersberg bij Maastricht, door den Heer
H. L. Clumper aldaar, in Aug. 1883. Het op de afbeelding voorgestelde exemplaar werd ons namens hem
aangeboden door den Heer Dr. T. O. Winkler te Haarlem.