
SISTIBftlUI PAINOIIOÏÏI Jacg.
Hongaarsche Waterkers.
Hoogduitsch: Ungarische Rautensenf.
Engelsch: Hungarian Sisymbrium.
Bloeit: Mei—Junij,-©.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XY, O. II. Tetradynamia Siliquosa.
Natuurlijk Stelsel : Yasculares Dicotyledoneae. O. Cruciferae.
Geslachtskenmerken: Zie Deel I. N°. 47.
Soortelijke kenmerken : Patule et sparsim hirtum vel glabrum, elatum, foliis inferioribus runcinato-
pinnatipartitis laciniis dentatis basi auricula ascendente auctis, superioribus pinnatis, laciniis auguste linea-
ribus, floribus magnis, calyce patentissimo, siliquis longis rigidis patentibus obtusis glabris.
Plant met uitgespreide haartjes schraal bezet of kaal, uitgespreid; onderste bladen geschaard, vinachtig
verdeeld; bladslippen getand, aan den voet met een opstijgend oortje; de bovenste gevind met smal lijnvormige
slippen; bloemen groot; kelk wijd uitstaande; hauwen lang, stijf, uitgespreid, stomp, kaal. —
Sisymbrium septulatum D. C., S. smapistrum Crantz, Sinapis Oliveriana D. C., Diplotaxis biloba Koch.
Verklaring der afbeelding: a. bloem; b. id. doorsnede; c. hauwen; d. id. vergroot; e. id. doorsnede;
/• zaad, vergr.; g. bladsteel met oortje vergr.
Groeiplaats. Op ruigten en in bouwlanden. Het vaderland dezer plant is westelijk Azië, West-Tibet,
Noord- en Midden-Perzië, Syrië, Mesopotamië, Rusland en Turkije. Van daar heeft zij zich in de laatste 25
jaren allengs westwaarts verspreid. In 1862 is zij het eerst vermeld in België, Engeland en oostelijk Frankrijk,
in 1864 was zij in noordoostelijk Duitschland reeds geheel tehuis. In Spanje en Italië is zij niet vermeld.
Nederland. Het eerst gevonden door den Heer Th. H. A. J. Abeleven op de vestingwerken bij Nijmegen
in 1871; daarna door anderen bij Deventer, Rotterdam, Apeldoorn, Overveen en Heerenveen. De plant
verspreidt zich vooral langs de spoorwegen.
Het afgebeelde exemplaar is door mij gevonden bij Middenduin (Overveen), op een aardappelenveld in Junij 1879.
ir i l
uJ