
SIN APIS ALBA L.
Witte Mosterd.
JBoogduitsch: Weisser Senf.
Engelsch: White Mustard.
Bloeit: Junij—Julij. ©.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XY. O. II. Tetradynamia Siliquosa.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. O. Cruciferae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel II, N°. 147.
De aanwezigheid van drie of meer nerven op de hauwen is het eenige vrij onstandvastige kenmerk dat het
geslacht Sinapis van Brassica onderscheidt. Bentham en Hooker (Genera Plant.) hebben daarom Sinapis
als een ondergeslacht van Brassica aangenomen.
Soortgelijke kenmerken : Caule stricto hispidulo, foliis puberulis lyratis sublobatis inaequaliter den-
tatis, calyce patenti, siliquis patulis cylindricis torulosis hispidis rostro ensiformi brevioribus.
Stengel regtop, met stijve haartjes bezet; bladen zacht behaard, liervormig, min of meer gelobd, ongelijk
getand; kelk uitstaande; hauwen uitgespreid, rolrond, hobbelig, stijfharig, korter dan de zwaardvormige snavel.
De platte, zwaardvormige, eenigzins gekromde snavel, die veel langer is dan de hauw, vormt het beste
kenmerk onzer soort.
De hier afgebeelde plant is een duinvorm, kleiner van afmeting, met minder diep ingesneden bladen dan
de type, en met buitengewoon lang gesnavelde hauwen. — De nerven op de hauwen zijn onduidelijk.
Verklaring der Afbeelding: a. bloem; b. id, doorsnede; c. hauwen; d. id. doorsnede vergroot; e.id.
met de zaden; f zaad.
Groeiplaats. Oorspronkelijk en verbouwd in Zuid-Europa en Klein-Azië; verbouwd en als onkruid op
bouwlanden verwilderd in midden- en noordelijk Europa, Algérië en op de Ganarische eilanden.
Nederland. Hier en daar verbouwd en op sommige plaatsen in groot aantal verwilderd. Noord- en
Zuid-Holland en Zeeland. Duinstreken bij Scheveningen, Zandvoort, Velsen. Bij Leidèn, in Walcheren, Z.-Beve-
land en O. Z. Vlaanderen.
Het exemplaar der afbeelding is in 1879 door mijn zoon F. W. van Eeden Jr. in het Heerenduin bij
Velsen gevonden.