BRYÏÏI IAOÏÏSTRE Bland.
Meer-Knikvrucht.
Hoogduitsch: See-Astmoos.
Engelsch : Lake Thread Moss.
Vruchtjes rijpen: Zomer en Herfst.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XXIV Sect. IV. Cryptogamia Musci.
Natuurlijk Stelsel : Cellulares Foliosae. O. Musci.'
Geslachtskenmerken : Zie deel XVI, N°. 1244.
Soortelijke kenmerken: Laxe caespitans, caule humili, folia superiora in comam patentem conferta late
oblonga acute acuminata concava, margine reflexa, costa sub apice integerrima evanida vel in apiculum
brevem excedente, eellulae subparvae pellucidae. Flores synoici. Capsula parva in pedicello tenui pendula,
oblongo-pyriformis rufula. Peristomii interni processus in carina dehiscentes, cilia rudimentaria.
Los zodevormend; stengel laag; bovenste bladen in een uitgespreide kuif zaamgedrongen, breed langwerpig,
spits toeloopend, hol, met omgebogen rand; rib onder de gave spits verdwijnende of in een korte
punt uitstekend; cellen vrij klein, doorschijnend. Bloemen zamenhuizig. Vrucht op dunnen steel, klein, hangend
, langwerpig-peervormig, rondachtig. Uitsteeksels van den binnenmond kielvormig gespleten; wimpers
onvolkomen.
Verklaring der Afbeelding, a. de plantjes nat. gr.; b. id. vergroot; c. bladen; d. bladvoet; e,bladspits;
f. blad met verdwijnende middenrib; g. bladspits id.; h. inwendig kransblad; i. bloem; Tc. vrucht; l, id.
zonder deksel; m. deksel; n. drooge vrucht; o. mondbeslag met de tanden.
Groeiplaats. Op natte grasvlakten. Noordduitschland, Westfalen, Rijnstreek, Jutland, Zweden, Nederland.
Nederland. Op vochtige zandgronden na overstrooming van droogliggende waterkanten, overal in weinige
exemplaren. — Gelderland, Renkum, Buse in Herbi Vereenig., N. Holland, Callandsoog langs het Zwanenwater
, bodem van het Haarlemmermeer te Sloten, v: d. Sande Lacoste. N. Brabant, Deurne, v. d. S. Lac.
De exemplaren zijn aangeboden door Dr. van der Sande Lacoste. .