C S S K R IS L EM M E T M E T NAGA « 5 »
huis aan huis moeten
doen. Bij de gemeen-
schappelijke werkzaam-
heden moeten zij de orde
handhaven en zorg dragen
dat niemand zieh met anderen
arbeid bezig houdt.
Voorts worden telken jare
ook in geregelde volgorde
eenige soebak-leden aan-
gewezen om dienst te
doen als „saja taoen.”
Deze worden belast den
klian ter zijde te staan
in alle zaken welke op
den godsdienst betrekking
hebben voor zooverre de
soebak daarin gemoeid
wordt. Zij hebben het
toezicht over de soebak-
tempels, zijn aansprake-
lijk voor de aan de d€wa’s
toebehoorende goederen
die daarin bewaard worden,
regelen de offer-
feesten, doen daarvoor de
benoodigde inkoopen, etc.
Wanneer zieh tusschen
eenige soebakleden kwes-
ties voordoen, dan worden
deze, na gemeenschappelijk overleg der andere soebak-leden,
zooveel mogelijk in der minne door den klian geschikt. Slaagt
hij er echter niet in beide partijen te bevredigen, zoo wordt de
zaak ter kennis gebracht van den sßdahan-tSmboekoe en daar-
mede komen wij aan de klasse van personen die den tweeden
schakel in het sawah-bestuur vormen. Zij voeren in den regel
het bestuur over alle soebaks die op het gebied van een zelfde
dessa of eenige in elkanders nabijheid zieh bevindende d e s sa s
qeleqen zijn en zijn als de tusschenpersonen te beschouwen
door wier bemiddeling de bevelen van het bestuur ter kennis
van de soebak-hoofden worden gebracht. Een der voornaamste
der hun opgedragen werkzaamheden is voorts toe te zien, dat
de belasting, welke ten behoeve van den landsheer van de sawahs
geheven wordt, behoorlijk wordt opgebracht, waarbij z ij zieh door
de klians-soebak kunnen laten bijstaan. Ook met den landbouw
zelven hebben zij bemoeienis, welke zieh gewoonlijk niet verder
uitstrekt dan tot de verdeeling van het water eener rivier wanneer
meerdere hun onderhoorige soebaks daaruit aftappen, en het
onderzoeken en beslechten van soebak-geschfflen, jlie door de
klians te hunner kennis gebracht worden.
Aan het hoofd van het sawah-bestuur Staat de sëdahan-agoeng,
die in vroegere tijden eenigszins te beschouwen was als de
major domus van den vorst, in zooverre dat hij de padjëg
* belasting * der rijstvelden die naar de hoofdplaats werd
opgebracht administreerde en zorgen moest dat er steeds vol-
doende voorraad was om in de behoeften van de vorstelijke huis-
houding, zoowel aan rijst en geld als aan sirih, vruchten, etc.
te voorzien. Voorts was hij belast met de administratie der
domeinsawahs en domeintuinen, zoomede met de ontvangst der
gezanten uit de andere rijken en van alle andere personen die
de gasten waren van den vorst. Het was eene betrekking die
toen zeer geambiëerd werd, zoowel om de onafhankelijke positie,
als om de groote voordeelen, hetzij dan wettige of onwettige,
aan de administratie van zulk een groot inkomen verbonden.
Op een vast daarvoor aangenomen dag van elke maand vergatteren
de sëdahans-tëmboekoe op de hoofdplaats onder
présidium van den sëdahan-agoeng. Alle zaken voor den landbouw
van belang kunnen daar ter sprake gebracht worden, het
opbrengen der belasting wordt er geregeld en zoo er zieh in ae
afgeloopen maand quaesties betreffende soebak-zaken hebben
voorgedaan, welke noch de klians-soebak, noch de sëdahans-
tëmboekoe tot een bevredigende oplossing konden brengen,
worden gewoonlijk bij deze gelegenheid de partijen voor den
sëdahan-agoeng gebracht.
Door de invoering van ons direct bestuur in 1882 is de positie
van den sëdahan-agoeng gewijzigd; zijn vroegere wisselvallige
inkomsten zijn hem ontnomen, terwijl hem een maandeiijkscn
traktement van honderd vijftig gülden en de titel van onder-
collecteur is toegekend. Evenals aan deze personen op Java
is hem in de eerste plaats de inning en administratie der
landrente opgedragen, welke hier eenigszins omslachtiger is dan
ginds, dewijl een gedeelte der padjëg in natura wordt opgebracht.
Overigens is door de invoering van ons rechtstreekscn
bestuur in het sawah-bestuur geen verandering gebracht.
meeste soebak-vereenigingen hebben een vasten dag
■ n W d e r 35-daagsche maand uitgekozen om geregeld bij
l l f l e l k a a r te komen üS sangkëpan üS. Men houdt deze ver-
■ gaderingen het liefst op sanistjara-klion, anggara-klion
K 2 » o f boeda-klion * namen van verschwende dagen waar-
over later meer bij de beschouwing van de Balineesche kalender
en tijdrekening * , omdal men deze dagen als gelukkige beschouwt
en vermeent, dat hetgeen dan ondernomen wordt de meeste
kans heeft op goeden uitslag. Soms ook wel worden die
vergaderingen gehouden bij elke volle maan. Als plaats van
bijeenkomst kiest men het liefst een schaduwnjke piek vanwaar
de geheele soebak kan worden overzien, hetgeen dikwijls de
bespreking der zaken vergemakkelijkt. Zoodra de zwaarste
werkzaamheden die de aanleg eener meuwe soebak m e t zieh
brengt zijn afgeloopen en men de eerste moeieiyke
ontginning van nieuwe velden achter den rüg heeft, begint men