eenige voorrechten dege-
nen tegemoei te komen,
die, ondanks de vele moei-
lijkheden welke overwon-
nen moesten worden, zieh
geneigd betoonden de
hand aan het werk te
slaan. Sommige water-
schappen mögen op last
dier vorsten aangelegd
zijn, om daarvan zeit het
voordeel te trekken, in
den regel onthielden zij
er zieh van het initiatief
te nemen tot groote ont-
ginningen of last te geven
tot het graven van nieuwe
leidingen, daar zij reke-
ning hadden te houden met
den onafhankelijkheidszin
hunner onderdanen. Deze,
aan eigen krachten over-
gelaten, moesten er van-
zelf toe komen de handen
ineen te slaan om te
trachten met vereende krachten hun doel te bereiken. Zij moesten
te eer daartoe komen, dewijl er zeker geen land is waar het
spreekwoord dat eendracht macht maakt meer in eere wordt
gehouden dan op Bali. In bijna alle omstandigheden wordt het in
toepassing gebracht, het aantal vereenigingen is er dan ook
iegio. Zoo worden clubs gevormd die alleen ten doel hebben
het houden van gezellige bijeenkomsten, zoomede het sparen
en uitzetten van geld; de leden eener zelfde dessa of van een
zelfde wijk sluiten zieh bij elkaar aan, om zoo noodig krachtig hun
rechten te kunnen doen gelden tegenover hun naburen. Men
rieht vereenigingen op voor het uitoefenen van vischvangst als
bedrijf, voor het organisieren van jachtpartijen tot vermaak, voor
het uitroeien van schadelijk gedierte en tot vele andere doeleinden.
Ook bekieeden de gamSlan-vereenigingen en die welke zieh bezig
houden met het organiseeren van volksfeesten in de Balische
maatschappij een voorname piaats.” v-—s >-=-
Laten we thans eens nagaan hoe zoo’n waterschap of soebak
ontstaat. In dessa’s waar door toeneming der bevolking gebrek
komt aan bouwland gaan spoedig eenige der ondernemendsten
uitzien naar nieuwe gronden om voor den landbouw benut te
worden, en wanneer zij die meenen gevonden te hebben doen
zij daarvan mededeeling aan hun dessa-genooten wanneer die
vergaderd zijn of wel aan vrienden en kennissen uit naburige
dessa’s, die zij veronderstellen bereid te zullen zijn om aan het
tot stand brengen van nieuwe ontginningen deel te nemen. Men
gaat daarna nog eens gezamenlijk die gronden in oogenschouw
nemen, gaat na of de mogelijkheid bestaat daarop bevloeiings-
water te brengen, en is de uitslag van dat onderzoek günstig,
dan moet in de eerste piaats vergunning verkregen worden om
tot de voorgenomen ontginning over te gaan. Wanneer nu blijkt
dat de ontginning dier streek en de wateraftapping die er voor
noodig zal zijn niet te kort doet aan verkregen rechten en
belangen van anderen, dan wordt het verzoek door ons bestuur
ingewilligd. De vereeniging komt nu definitief tot stand en de
voorwaarden worden besproken waaronder de ontginning zal
piaats hebben % gewoonlijk deelt ieder lid gelijkelijk in alle
lusten en lasten Üi terwijl elk ook een zekere som moet störten,
als het wäre om het bewijs te geven, dat ’t hem ernst is en
waarmede dan de kleine uitgaven kunnen bestreden worden, die
in het gemeenschappelijk belang noodig mochten zijn. Men
begint zoodra het jaargetijde daartoe günstig is met het graven
der leiding, en is deze werkzaamheid naar wensch beeindigd en
alzoo de mogelijkheid om het terrein te irrigeeren gebleken,
dan wordt een aanvang gemaakt met het schoonkappen van het
terrein, hetwelk, in geval dit veel inspanning kost, gewoonlijk
ook nog door de leden in gemeenschappelijken arbeid volbracht
wordt Zoodra dit is afgeloopen, heeft de verdeeling der gronden
tusschen de aandeelhebbers bij minnelijke schikking piaats. Dit
sluit intusschen geen verdere samenwerking van alle of eenige
der leden buiten, wanneer zulks wenschelijk is bij het nivelleeren
der gronden of voor den aanleg der terrassen, der sawadijkjes
en der kleinere leidingen, doch daarbij komt elk reeds voor zijn
eigen bijzondere belangen op. Men heeft het zoo spoedig moge-
lijk daarheen willen leiden, dat ieder de vruchten plukt van eigen
arbeid en deze niet komen ten bäte van de vereeniging in het
algemeen, hetgeen een nadeeligen invloed zou uitoefenen op
den ijver der leden en op den spoedigen voortgang van het
werk. De noodzakelijkheid om de hoofdleiding ook in het vervolg
gezamenlijk te onderhouden, om in gemeenschappelijk overleg
te handelen bij de regeling der sawah-werkzaamheden, de
wenschelijkheid om eendrachtig te kunnen optreden tegenover
andere vereenigingen van den zelfden aard die inbreuk mochten
willen maken op hun rechten, deze en zoo vele andere omstandigheden
maken het voor de leden wenschelijk hun vereeniging,
ook nadat de leiding voltooid is en alle velden besproeid zijn,
in stand te houden. Zulk een verzameling van velden nu, die uit
een zelfde leiding hun besproeiingswater ontvangen, draagt op
Bali den naam van soebak, de personen die daarin sawahs bezitten
vormen te zamen de soebak-vereeniging of sSkaha soebak.
Zoo’n soebak heeft veel overeenkomst met onze waterschappen;
alleen, in Holland zorgt men gezamenlijk zooveel mogelijk het
water van de landerijen te keeren, op Bali daarentegen heeft men
de grootste moeite ze onder water te houden. „Tot welke ont-
wikkeiing zij op Bali gekomen zijn en welk een onafhankelijk
standpunt zij daar innemen zal duidelijk op den voorgrond treden,
waar in de volgende bladzijden
gehandeld wordt over het bestuur
der soebak-vereenigingen,
de regiementen welke haar be-
staan beheerschen, de bevoeg-
heden die aan haar zijn toege-
kend en de verplichtingen die
haar zijn opgelegd. Vooraf zij
hier nog in het licht gesteld,
dat het doel waarmede de
soebak-vereenigingen worden
opgericht is het verschaffen
der voordeelen welke de land-
_ bouw in het groot oplevert aan
■ de bezitters van slechts kleine
I grondstukken, zonder daarbij in
| het minst te kort te doen aan
I het onbeperkte bezitrecht door
| elk landbouwer op zijn eigen
| veld uitgeoefend. Het valt ech-
| ter niet te ontkennen, dat het
4 nut dezer vereenigingen niet
alleen bestaat in het verschaffen van materieel voordeel aan de
leden, doch dat zij ook bevordelijk zijn tot het versterken van
den maatschappelijken band tusschen de bewoners eener zelfde
streek. Zij toch hebben gemeenschappelijke belangen, komen
op gezette tijden bijeen om die te bespreken en zullen er daardoor
meer toe geneigd zijn om steeds in vrede en vriendschap met
elkaar te leven.” Aan het hoofd van een soebak Staat de door
al de leden gezamenlijk gekozen klian soebak, die in de eerste
piaats te zorgen heeft voor de juiste samenstelling van een
soort register of ledenlijst &■ pilpil of pSmasih Üi, een verzameling
lontarbladen, waarop de namen van de leden, hun woon-
plaats en de uitgestrektheid van hun grondbezit vermeld Staat.
Een vereischte om het ambt van klian soebak behoorlijk uit
te oefenen is dus dat men schrijven kan, hetgeen echter geen
bezwaar oplevert, daar verreweg de meeste Balineezen daarin
voldoende bedreven zijn. Voorts is de klian belast met de regeling
der sawah-werkzaamheden, hetgeen hij echter meestentijds
doen zal in overleg met de overige soebak-leden, daar de positie
die de klian inneemt minder is die van een hoofd, dat bevelen
geeft, dan wel van den eerste onder zijns gelijken, die op de ver-
gaderingen welke maandelijks op een bepaalden dag gehouden
worden de beraadslagingen leidt en de uitvoerder is van de
besluiten die daar in gemeenschappelijk overleg genomen worden.
Wanneer alzoo is overeengekomen op welken tijd eenige
soebak-werkzaamheid zal moeten piaats hebben, of wel binnen
welken termijn de bibit moet zijn uitgelegd, dan is de klian de
man die moet zorgen, dat daaraan voldaan wordt, ten einde geen
stoornis gebracht worde in den geregelden gang van zaken en
is ook hij degene die boeten of andere straffen oplegt. Voegt
men hier nog bij, dat hij moet zorg dragen voor een goede
verdeeling van het water tusschen de soebak-leden, voor de
handhaving der politie in de soebak, waaronder een voorname
piaats bekleedt het waken tegen waterdiefstal, dat hem voorts
nog zoovele andere werkzaamheden worden opgedragen, waarvan
in het vervolg nader sprake zal zijn, dan bemerkt men dat de hem
opgelegde taak geen gemakkelijke is. Bovendien wordt hij niet
bezoldigd, hoewel hem soms eenig voorrecht wordt toegekend,
als het genot van een dubbel aandeel in het besproeiingswater of
iets dergelijks. Weliswaar krijgt hij ook een klein aandeel der
door de soebak op te brengen belasting, doch zulks meer in zijn
qualiteit van belastinggaarder dan in die van hoofd der soebak.
De meesten beschouwen hun betrekking dan ook geheel als
een eerebaantje, een verplichting door de keuze hunner soebak-
genooten hun opgelegd, die zij als goed burger niet van zieh af
mögen schuiven; zij blijven hun velden bebouwen evenals te
voren en vinden daarin hun middel van bestaan.
In sommige der uitgestrekste soebaks heeft men twee klians
aangesteld, die elkander aflossen, of wel de soebak in onder-
deelen Üi tßmpök Üi verdeeld, elk met een onderhoofd om den
klian in zijn werkzaamheden ter zijde te staan. Voor het
uitoefenen der politie zijn hun dikwijls nog een of meerdere
panglimans üi handlangers Sti toegevoegd, personen in dezelfde
dessa als de klian woonachtig; deze genieten voor hun werkzaamheden
ook geen bezoldiging, doch in den regel verleent het
bestuur hun vrijstelling van de ter hoofdplaats bij het betrekken
der wachten of aan de groote wegen te verrichten heeren-
diensten. Ook de soebak-leden zelve brengen er echter het
hunne toe bij om den klian het vervullen zijner taak gemakkelijk
te maken. De namen der leden namelijk, staan in volgorde op
een rooster en op elke maandelijksche vergadering worden
eenigen hunner, wier aantal naar gelang van de uitgestrektheid
der soebak varieert van ¿6 n tot tien, aangewezen om gedurende
de eerstvolgende maand den klian ter zijde te staan; een ieder
krijgt dus geregeld zijn beurt. Die personen dragen den naam van
„saja”. Moeten zij in het algemeen den klian de behulpzame
hand bieden telkens wanneer hij dat verlangt, sommige der
aan hun opgedragen werkzaamheden zijn ook vast omschreven.
Zoo b.v. fungeeren zij als de boodschappers der klians wanneer
deze van hooger hand ontvangen bevelen aan de soebak-leden
hebben over te brengen. De oproepingen van dezen tot buiten-
gewone vergaderingen of tot het verrichten van gemeenschappelijke
werkzaamheden doet de klian zelf, zoo alle aandeelhebbers
in dezelfde dessa wonen, door den vorigen avond eenige slagen
te geven op het in het midden der dessa opgehangen aan de
soebak-leden toebehoorend blok * koel-koel, waarmede we reeds
op blz. negentien hebben kennis gemaakt. Zie ook de afbeelding
op blz. twintig Si, doch wonen deze in verschillende dessa’s of
gebuchten verspreid, dan zijn het ook de saja’s die de oproepingen