« S S E EN W O O N ERF » »
■ P ONS W A N D E L IN G E T JE VAN G IS T E R E N VAN D E K U S T
¡N A A R D E H O O FD P LA A T S Z IJN W I J H E E L W A T B A L L
f N E E S C H E E R V EN V O O R B IJ GEGAAN, BONDER D A T
I W E E R V E E L VAN H E B B EN KUNNEN I OPNEMEN, DAAR A L L E DOOR HOOGE K L E IM U R EN NIE T S L E C H T S E EN
I e n k e l e s n i a l l e t o e g a n g o m r in g d Z IJN « E EN
I DO RP STRAAT IS DUS, ZO O A LS WE R E ED S ZAGEN,
n BEG REN SD DOOR E EN LANGE R E E K S MUREN, MET
I ZOO NU EN DAN E EN OPENING OF
■■ - WAARVAN DE INGANG S T E E D S HOOGER LIGT-DAN
de »eg. Een helling «an kallsieenen äl parlgl iS of een steenen frap »oert
naar den inqang. Dergelijke hellingen komen ook memgvuldig voor n de
d o ro s t ra tenW a a rw d op sterk geiocidenfeerd terrein langzaam glooiende
wegen zouden hebben aangelegd, maakte de BabSr deze lie..g @ | | | S j a
körte vlakke elndjes met daartusschen Sterke bedingen, die. togen bet
afSDoelen met kalisteenen werden geplaveid; gladde wegen had hij met
noodSg, daar hij geen Wagens bezat. Ook f f B M f B H i
Volqens de oude reisbeschrijvingen en het prentje op bladzijde acht reae
de vorsten reeds lang geleden in hun „Conincklijcken waghen, voortfghe-
timcken van twee witte Buttels”; Lintgensz spreekt M a M
hebben van „Coetfen met houte tenten boven t hoofe * '!Lp ¡n hp1
dertien SS; maar zeer waarschijnlijk kwamen wagens al ®®" v° ° r m het
vlakke zuidelijke deel van Bali, waar
geschlkt waren te maken dan in het bergachtige noordelijke deel. Dit
i * unn.omorhbnH Karren en rutuioen komen meer en meer
wegen, onder ons bestuur aangelegd. —-
De muur SS témbok SS die elk Balineesch erf omringd
is of van klei met ronde steenen of geheel alleen
van klei opgetrokken tot een hoogte van twee meter
ongeveer; de fundeering bestaat uit ’t zelfde materiaal.
Wordt de muur enkel van klei gemaakt, dan kneedt
de Baliér van deze grondstof eerst kluiten of klompen
en plaatst deze, als de zon ze goed uitgedroogd heeft
in een dubbele rij op den grond. De openingen tusschen
de kluiten worden met klei opgevuld en het geheel
met een laag van het zelfde bedekt Dan volgt weer
een nieuwe dubbele rij kluiten, dan weder klei en
zoo gaat het voort, laag op laag SS r rap SS tot de
gewenschte hoogte bereikt is. Wordt de muur een
beetje solider gebouwd dan worden de kleiklompen
door steenen uit de rivieren vervangen. Op de teekening
op blz. dertig heb ik een van boven afgebrokkelde
kleimuur afgebeeld; men ziet daarop duidelijk de
kalisteenen uit den muur uitsteken; de omrmgende
zachte klei is voor een gedeelte tusschen de steenen,
waaronder ook baksteenen, door het regenwater uit-
gespoeld. De muur is afgedekt met alang-alang SS lang
gras SS om het afregenen zooveel mogelijk tegen te
gaan, daar hij zonder die bedekking SS kangka, of
hénéb SS al heel spoedig zou zijn weggesmolten. Het
afdekken geschiedt ook met daakjes van gevlochten
bamboe en in Singaradja, b. v. längs den hoofdweg, op
aandrang van het bestuur, met daar voor
diqde groote steenen pannen, daar de bedekking met
lang gras, waarin allerlei onkruid, vooral de cactus,
welig tiert, aan de straten een onoogehjk, vervallen
aanzien geeft. Boven den muur steekt hier en daar het
dak uitvan een woning of een schuur, of de Idemei daakjes
van de vele offerplaatsen, maar het doen en laten der
bewoners blijft den voorbijganger geheel verborgen.
Mijn jongen heb ik daarom gevraagd, ons het erf van
zijn vader, waarop ook hij woont, rond te leiden. Een
körte wandeling tusschen kleimuren en we staan voor
de poort; mijn jongen is op de hurken
handen onder de kin saamgevouwen en n°°digt c)ns
eerbiedig uit zijn brooze hut, „tjetjangahan djarak ,
binnen te treden. Doch laten we eerst de poort: eens
nader beschouwen. zoolang kan onze gastheer wel
wachten; zijn geduld is als da t _ v a n jd le J 3 a l^
twee oalen, iets hooger, doch van t zelfde materiaal
aís de muren, eu H