CKDRO-NXILA CAXAfilENSIS VISCOSA TOI,: PXEKUM^JITI Ï X EODSM TXDICUIO
. ' t i
i ' ; ' • ii ii'liil
•gì'«' Il • '
l i f e ' .Í-
V ' .'if;
C A P . XLI.
C E D R O N E L L A CANARIENSIS VIS^
COSA FOLIIS PLERUMQUE EX EODEM
PEDICULO TERNIS.
yEnuftiffima hsc planta única eft,
quantum ex Botanicorunn ledione,
aut propria obfervatione fcire potui, quc^
inter plantas verticillatas triphylla exiftat ;
alteram tamen proponere (fi non eandem)
videtur C L : Tournefort in epiftola fuá
ad doBiffimum niirum Sherardum de optima
methodo inftituenda in re herbaria, in
qua pag: i8 Adoldavica fpeciem americanam
trifoliam citat.
Cedronellam banc plantam vocavi,
imitatus C L : Rivinum , qui Meliffam
feregrinam folio oblongo C : Bauh: fcum
qua hujus deicribendas Acres conveniunt)
hoc nomine proponit , quum meliffa peregrina
cum vera afFmitatem , fi folus excipiatur
odor, vel parvam vel nullam habeat.
^Ante aliquot annos è fèminibus ex in
lulà Canaria in Europam advedis in Horte
medico provenir hxc pianta venuftiffima
, quse radicem habet fibrofam & albicantem
, e qua caules eriguntur plurimi,
quadrangulares , tres quatuorve pedes
alti , hirfuti & vifcofi , bis in pediculis
hirfutis , ab una parte excavatis , ab aiterà
rotundis & ex adverfo binis folia anneftuntur
trifida , nonnunquam tamen
quadrifida &quinquifida, fore ut non male
totidem repra;fentent folia , qu^e ner-
^ofa , mucronata , & in ambitu ferrata
lunt.
DIt feer fraay gewas is de eenighfie,
uoor fio 'veel ick heb könnengewaar
werdein de boecken der krujd-befchreyvers,
ofte heb door ejge ondervtndinge, dat ander
dat fiori -van geivaffen , dte -van de
krayd-kenders Verticillata: werden genaamt
, àrie bladen heeft ; ( f^erticiUata
werden fy genaamt, om dat haar bloemen
gemeenelyck. gelyck, de fpeeckenin de
raaden rondom de fleel fiaan. ) Eentweede(
foo nietde fehe)Jcheynd den^ermaarde
Heer Tournefort voort te fteilen infjn
hrief aan den geieerde Heer Sherard de
optima methodo inftituendà in re herbaria
op het i8 hlad onder de naam -van Moldávica
americana trifolia.
lek heb deefe plant , navolgende den
•vermaarde Heer Rivinus, Cedronella genaanit,
í/íV fiira Meliifa peregrina folio oblongo
C: Bauh: (met welc{e de bloemen van
deefe plant overeenkoomen ) onder deeje
naam voorflelt , deivyl den Ädelijfa peregrima
met den Meliffa vera iveynich ofte
geengemeenfchap heeft, iìidien men de reuck,
aytfondert.
Dit feer fraey geivas is DOor eenigejaaren
uyt :^aaden , die uyt Canarie in Europa
gebracht waaren, in de medicyn-hof
voortgekpmen ; het heeft een mtte ve/elachtige
wortel, uyt welche veel vier^ante
flenge tot de hooghte van drie en viervoeten
opfchieten, die ruygh en lymachtigh
waar aan de bladen op ruyge ßeelkens, die
aan de eene i^yde uyt geholt , aan de andere
;^yde rond ;^nde, twee aan twee over
den anderen flaan , vaft ßtten , de bladen
^yn in drien, by ivylen oocl^in vier en
vjven verdeelt , foo dat f y met qualyck.
fcheynen foo veel bladen te verbeelden, fy
hebben veelfenuwen, fpits en aan de
kanten ge/chaard.
Ss De