CYTISUS CA:NARIX>rSISi^ SÏMl'EK VIKENS ÏT lîiCAîJ^US .
(Ì03)
C A P . LI!
C Y T I S U S CANARIENSIS SEMPER
VIRENS ET INCANUS.
PLantx flore gaudentcs papilionaceo
& trifoliacse , Anagyris , Cytifus ,
Lotus , Trifolium Melilotus , Ononis,
fanmngracum, Medica & Phafeolm a rei
herbaria Peritis uocantur j Anagyidis
& Cytift ipecies vel arbores vel frútices
fune omnes , quum fpecies reliquorum
generum pleroeque font herbs aut annux
aut perennes, ^nagyris & Cjtifm in eo
differunt , quod Anag^riài flores in longo
& tered pedículo dependent , & fíliqux
phafeoli filiquis oemulx , & in his
contenta femina fint reniformia : Cytifi
flores vel in ramulorum fummitatibus fpicatim
, vel ex foliorum alis parvis innixi
pediculis nafcuntur , filiquxplanoe induas
dehifcunt partes , & íemina continent plana
& oblonga. Quibus notis hic defcribendus
cum gaudeat frutex , Cytifum vocare
volui.
Ex radice lignosâ exfurgit hic frutex
ffpccm pedum altitudinem non rarofuperans.
Caulem habet rotundum, lentum, faf.
cum & digitum minorem craiTum.
Gaulis in varios dividitur ramulos ,
quos ab infimo ad fummum ufque folia
exornant terna uni inhxrentia petiolo, utrinque
incana & hirfuta.
Circa ramulorum fummitates longo aggine
flores apparent pediculis ex foliorum
Die gewajfen , mens bloemen een cafelletje
( papilionacei ) verbeelden,
en dne bladen op ider ßeelcken hebhen ,
deefe werden -van de kruyd-kenders Anagyris,
Cytifus, Lotus, i rifolium, Mehlotus
, Ononis , Fxnum gra:cum , Medica
, en Phafeolus genaamt : de foorten
-van Anagyris en Cytifus ^ j « alle of boomen
ofheeßers, daarentegen ^ynde meefle
foorten -van de andere geflachten krujden
, dte of alle jaaren^ergaan, ofjaarlyci
uyt dej]elfs overgehle-vene ivortelen uyt
ffrttyten. De Anagyris en Cytilhs verfcheelen
hter in , dat de bloemen •van de
Anagyris aan een lange en ronde fleel
hange , dat deffelfs haamven •van gedaante
^yn als de haamven ^ande Phafeolus,
en de :^aaden daar in beßooten 'van gèdaante
als een nier : de bloemen van
de Cytifus ivaßen ofopde toppen der tacken
alsaaren, of kpomen uyt de oxelender
bladen, werdende door kleyne fieel{ens on.
derfieund engevoed, dejjelfs haauwen ^yn
plat, fplyten in tween, en beflujten in ftch
piatte langhiverpige ;^aaden. Dewyl dit
heeßer, dat nu befchreve fai werden, deefe
kent-teehenen heeft , fio heb ick defehe '
Cytifus genaamt.
Vyt een houtachtige wortel fchiet dit
heefler hy wylen hooger dan fe-ven uoeten.
Het heeft een ronde , bruyue , buyghfaame
fleel, dte de dickte heeft -van een
pinc{.
De fleel werd •verdeelt in 'verfcheyde tacken
, die -vanonderetotboventoe-vercierd
werden door bladen, die drie aan drie op
een fleelken -vafl ßtten , en aan heyde de
\yde ruygh en grys
Omtrent het eynd der tacken waffen
overalgeele capels wyfe bloemen , werdende