' i
• l'-tiki'i'! •• ' i' '
i t e r :
GEIÍAÍÍIUM .VFRIC : l o u i s PUÍRUMQTO ATJKITIS, TLOH: RTJBKO PURPUKASCEST J
m
( 1 2 1 )
C A P. LXL
GERANIUM AFRICANUM FOLIIS
P L E R U M Q ^ U E A U R I T I S , F L O R I B U S EX
R U B R O PURPURASCEHTIBUSQUE.
L a n t x pentapetal;e(rariGiìme tetrapet
a l x ) quinque capfulares , pentacoccx
, & quai'um capfula: in inucfonem ini
h r ciconiiE roftri longiffimum exeunt ,
& pei" maturitatem ab invicem nonnihil
iejunguncui- , genere unico comprehenduntur
, atqueunius Geranii nomine genus
iilud ab omnibus Bocanicis indigatur;
plurima; Geraniorum fpecies petalis gaudent
i^qualibus , pauciilìmx'inxqualibus,
quaies lunt Africanorum noBu non olenttim
fpecies p lur ima, hifce notis tot a Geranioram
familia ab omnibus aliis facile
diftinguitur , unicam fpeciem fi excipias,
Geranium videlicet latifolium act* longifpmà
C: Bauh : annotante Ciar : Hermann
o , cujus quatuor capfulse feminales bina
femina , quinta unicum continet.
Ex radice , quam habet hoc Geranium
albicantem & fibrofam , plurimi fimul exoriuntur
pediculi duos treíve únicas longi,
qux in folia exeunt oblonga rotunda viridia
, nervo unico per longitudinem prod
u d o prxdita, quorum principio duo plerumque
alia aditant alarum inftar foliola.
Statini etiam ex ipfa radice pediculi pedales
& altiores eriguntur rotundi , tenues,
quorum fummitatem ex perianthio
quinquifido & hirfuto flores exornant in
umbella: formam difpofiti , propriifque
fuftenti petiolis , pentapetali , ex rubro
purpurafcentes , prxter ipfa ftamina albicantia
ilylus nutritivus ex ipfo florum m-
D le -planten , mens bloemen -vyf
[felden uyt nier ) bladen, waar naa
•vyf :^aad-huyfen ider een^aad in [ich heßuytende
volgen , en welckers :^aad-huyjen
in een langefpit/epmt als eenoyevaars
becl^eyndigen, en rypgeworden :^ynde enighfmts
'van ell^anderen fpleyten , werden allen
onder een geflieht begrefen , en het
geheele geflacht iverd met den eene naam
man Geranium 'voorgeßelt j de meeßen foorten
'van Geranium hebben gelycl^en bloembladeren
, 'wenigen ongeljken , geijd^ als
de meefle Africaanfchen Geraniums
die des nachts geen reuck van fich geeven
; door deefe kent-teel^enen iverd feer
licht het gantß^he gefljicht der Geraniums
•van allen anderen onder/cheyden , indien
men maar een foort uytfluyt, te iveeten
den Geranium latifolium acu longiflima
van C : Bauhinus , als den -vermaarden
Tieer Hermans aanteekent, welckers njier
x^aad-huyfen twee ^aaden , en het i ' j f d e
een in fich beflnyt.
Uyt een mtte e'n njefelachtige tvortel
kpomen 'veel fleeltjens in dit geranium te
•voor/chejn, twee a drie daymen langh, deivelcken
eyndigen in lange rondachtige, en
groene bladen, door weicl^ers mtdde een enl(
elde fenuw loopt , en aan welcl^ers begin
gemeenelycl^ twee kleynen bladen als njleugelen
ftaan.
Uyt de wortelen rechten fich oocJ^ aanfionds
op ronde en dünne ßeelen, een -voet
hoogh , en hooger , welckers toppen 'vercierd
werden "van bloemen, beflaande uyt
'Vjf rood-purperachtige bladen , hebbende
een hloem-Iipoker, die in -vy-ven is gefnede
enruyghachtigh, flaandeell^op een befonder
ßeeltjen gerangeert in de ronte als een
P p p wa-
' k
' ' • i - i ;