l.OTTTS Al^K10A:NrA FKTJTESCEîiS / TLOliï SPICATO KX^BICTTNIJO.
'fi
ú m
1:1M
ti' V- !
il' >
í i
êi'
(167)
C A P . LXXXIV.
LOTUS AFRICANA FRUTESCENS
FLORE SPIGATO RUBICUNDO.
SEmina hujus frutids nomine Barh^ fo-
•vis Africana anno i6p6 miiTa funt,
qui quum nullam cum Barôâ jovis pulcre
lucenti f : Bâté: habeat affinicatem,
nulli generi cognito convenientius adjungere
potui , quam illi , quod Lotus dicitur,
etiamfi bina illa folia , qux reliquie
Loti fpecies ad pcdiculorum tria alia in
fummicate getcntium habent exonum ,
hxc circa pediculorum medium, a tribus
tamen etiam in pediculorum fummitate
pofiris diftinéta, gerat, quum estera conveniunt
omnia.
Ex radice Hgnofâ caulis erigitur tres pedes
altus, rotundus, primo viridis & herbaceus
, dein fuícus & ligneus , atque in
varios divaricatus ramulos rotundos, cui
undique , nullo fervato ordine , in pediculo
plano, excavato & fubcinereo folia
adftant quina, pallide viridia, uullo fapore
aut odore prxdita.
Flofculi pediculis ex alis foliorum ortis
fpicatim adhérentes , papilionacei & inodores
, circa novembrim fecundo fationis
anno prodeunt , quod florendi tempus
fingulis annis adultus frutex lervat,
3oft quorum exanthefin menfibus decem-
3ri & januario filiqus apparent rotundx,
fubnigrx & mucronata, qux feptem odoque
lemina continent fubrotunda , & lutea.
De ^aaàen -vm dit heeßer in bei
jaar lójjó met de naam -vati Barba
Jovis Africana gefonden, <wekk,heeper dewjl
het geen gemeenfcha^ heeft met den
Barba Jovis pulchre lucens J : Bauh: ,
Joo beh tì^ het by geen hekent geßacht beeter
kpnrìm -voegen , dan by dat geßacht,
het geen Lotus genaamt werd , alhoewel
die twee hladen , die de andere medefoorten
uan Lotus hehben aan het begin wan
het fleelken, op welche top de drie andere
bladen gedraagen werden , deefe omtrent
het midde -van het fleelken draaght, nochtans
onderfcheyde i:an die drie, die op de
top -van het ßeelken ftaan , dewyl al het
O'verige overeenkpmt.
Vyt een houtachtige Djortel kptnt een
fteel 'voort, die drie voeten hoogh, rond, eerfl
groen , naderhand bruyn en houtachtigh
en ool^in 'verfchejde ronde tacken -verdeelt
ts , waar aan over al fonder eenige ordere,
aan een plat gevettrde en afgraamve fteelkevyf
bladen ßaan, die bleeck. groen, m
fonderfmaack ofte remk^^^jn.
De bloemen , die aan ßeelkens uyt de
oxelen der blaaden 'voortgekpomen als aaren
uaßßtten, capelfwyfe en fonder reuck,
\yn , kpomen het tweede jaar , naa dat
dit heeft er ge^aajd is, omtrent november
te 'voorfchejn , omtrent welcke tyd jaar-
Ijcks dit heefter oud geworden :^ynde altyd
bloemen draaght , naa dat de bloemen-vergaan
^jw k^iomen in de maanden december
en janmrius ronde fivaartachtige en
puntige haauwe , te "voorfcheyn , die fee-
•ven en acht roììde en geele ;^aaden inßch
beßuyten.
Juxta montes locis paludofis in pro- Omtrent het geherght
•e in moeraßtge
P P P P plaat