l.VCOBÄA AVlilCAÌiA ÏKtlTï.SOKNS Ï01II5 RlGLIJIg. ET HlRSl^^ïlS
ÍU
( 1 4 9 )
C A R LXXV.
JACOB^A AFRICANA FRUTESCENS
FOLIIS RIGIDIS ET HIRSUTIS.
Efeminibus anno 1Ó97 ex Africa acceptis
, & iatis hxc Jacobxa enata
eft , qux ex radice , quam habet fibrofam,
ad altitudinem feptem odove pedum
excrefcit, caulis eft rqtundus , liratus &
hirfutus , qui in varios divaricatur ramulos
, longos , qui una cum caule rotundi
, hiriuti ; caulem & ramulos abfque
ullo pediculo folia arapleduntur longa
, lata , hirfuta & rigida , parte prona
viridia funt, fupina aba lanugine teguntur,
horum margines crenis crebriorib^us notantur.
u
Ramulorum fummitatem flores umbellatim
pofiti exornant , difcoidei radiati
lutei , poft horum exanthefin femima apparent
pappofa.
Augufto & feptembri flores , femina
oftobri producuntur matura.
Folia manfa faporem exhibent terebinthinofum
& aromaticum.
Tt :^aaden , die icì^ìnhetjaar
uyt y^frica ontfange, en in het fehe
•yd beh, is deefe facobaa 'voort-
_ _ . Mjt eenvefelachtigewortel, die
dit gewas heeft , fpruyt een fteel, dieop^
waft tot de hooghte , -van feven en acht
'voeten, rond, ge^eurd, en mjgh is, deefi
werd in -verfcììejdene lange tacken -verde
eh , die ah de fleel rond , rujgh en genjuerd
^n ; de Maden, die langh, hreed,
ruygh, enßyf^yn , omhelfinfonder ßeetke
de fteel en tacken, deboTjenfte :^ydeder
bladen is groen, de onderße werd met een
mtte wolachtigheyd bedeckt , aan de kanten
^jn de bladen over al ingefneden.
De bloemen, dieuyt 'verfcheydene bmdelwys
bj den andere gevoeghde bloemen
met rond omloopende bloem-bladen beßaan,
en geel ^j«, ver deren de tofpen der tacken
; naa dat de bloemen -vergaan ;^n/oo
doen fich op ftuyfachtige ;^aaden.
De bloemen mrden voortgebracht in auguftm
en fiptember, de ;i^aaden inoBober.
De bladen, als/y gekaamvt :^yn, geeven
een terpentyn en ffecereyachtige fmaaci
vanßch.
F f f f C A P .
yi.