(ÌERA.HIITJV1 AJKICAÍJUM MYRKHIDIS lOIlO, FJÜOKE AXBICAm^., ÜADICE KAPACÜA
'¿r
( 1 2 5 )
C A R LXIIL
GERANIUM AFRICANUM MIRRHL
DIS FOLIO FLORE ALBICANTE,
RADICE RAPACEA.
RAdicem habet lixc pianta in ventrem
amplum pugno ferme äqualem
extuberantem , inftar radicis rapx
fativi rotundje C : B : , fufcam j quse
varia è longiore & hirfuto pediculo producit
folia longiora inftar myrrhidisincifa,
hirfuta.
Ex ipíá etiam radice pediculi exeunt
pedales & longiores, rotundi & hirfuti,
quorum cacumina in alios minores um_
bellatim difpofitos dividuntur , quorum
quifque in perianthio quinquifido florem
fuftinet pentapetalum & albicantem , cujus
tria pétala eriguntur, duo reliquadeoriùm
fletìuntur , (quafi galeatus & labiatus
effet) q u s duo pétala maculis purpurafcentibus
in ipsa flexurà notantur , e
quorum medio ftylus nutritivus erigitur in
fummitate purpurafcens , quinquifidus &
refexus , quem quatuor circumftant ftamina
albicantia.
Floribus marcefcentibus quinte apparent
capfulae longx , qux per maturitatem ab
invicem fejunguntur , & quarum iìngulx
iemen continent unicum.
DEefe -plant heeft een mrtel , dewL
ke krwbbelachtigh is, bruyn, hykans
een 'uuyß groot , en van gedaante als de
gemeene ronde raapen , die nieel bladen op
een rujge en langeßeel'voorthrenght •, ivelke
bladen langh ruygh engeljck.als debla-^
den 'vande mjrrhis ingepnede
"Oyt de wortel koomen ronde en ruy^
ge ßeelen , die een 'voet langh en langer
^yn , mickers toppen 'verdeelt werden in
andere kleyne fleel^ens, die als in de kroon.
kens-kruyden gefchickt ftaan , ivaar -van
ider in een bloem-kpoker , die in 'vyven is
verdeelt, een bloem draaght, die uyt vjf
bladen beßaat, en mt is, waar -van drie
bladen werden opgerecht, en de twee andere
nederwaards gebogen, [als of het een
bloem was , die gekeimt en gelipt was) de
twee nederwaards geboogene bladen werden
omtrent de bocht met pmpere vlacken ge~
teeckent , ujt welckers midden een bloemflylvoortkomt,
die aanfyn tofpurperachtigh,
in uyven uerdeelt en omgeboosen
s, waar om dat vier witte bloem-draden
flaan,
Wanneer de bloemen vergaan, foo koo^
men 'Vjf lange ^aad-huyfen, die ryp:^yn^
de van den andere jpleyten , en waar va^t
ider een ;^aad in ßch beßujt.
R r r Bet
• é
• •• X
• f S
li.