5 \ L V I . \ ,\FKIOANA RKRVCß;II:FTC: ÄCOKODCTNIA ÏOUIS, ÏLOJÛ, VIOI,XV.CKO
C A P . XCL
SALVIA AFRICANA FRUTESCENS
SCORODONIÄ FOLIIS. FLORE
VIOLACEO.
SPeciofiiîîma hxc SalmM fpecies frutefcens
per aliquot annos in Horto medico
Amfteloedamenfi exculta radicem figit
fatis craiTam lignofam , fufcam , &
fibris multis prseditam.
Equânunc geminum, nunc unicum exfurgit
virguitum , primo quadrangulare,
viride & hirfutum , dein rotundum , fufcum
& lignofum , très quatuorve pedes
altum , & in varios divaricatum ramulos,
quibus adftant folia ex adverfo bina, parvo
auc nullo fuiFulta pediculo , unciam
longa , mediam lata , rigida & crenata,
hzc de inferioribus , quum fuperiora fint
minora, minufque crenata : Foliorum fapor
nonnihil eft arpmaticus.
Ramulorum fummitatem flores exornant
galeati & labiati violacei , galea eft
fornicata, labium extuberat nec cochlearisinftar
excavatur, e quorum medio prêter
ftylum nutritivum ftamina exfurgunt
bina , albicantia apicibus luteis prsdita,
quorum fingula os hyoides feu grxcam A
repraeientant.
Florem evanidum in utriculo aperto femina
fequuntur quatuor.
Fronde viret perpetua , omnique anni
tempore & flores & femina perficit.
Seminibus , ramulis abfciffis feracique
folo infixis, & virgultis ex ipfà radice orientibus
facile propagatur.
D Eefefeerfraeije heefterachtige meede-
—_ foort -van Salvia ts al eenige jaatn
de ^mflerdamfche Medtcyn-hof gèqueeckt,
fy fihiet een reedelycke, brmne
en houtachtige wortel die met 'veel njeielwortelen
is verßen.
Vjt welche wortel oft Uvee ofte oock een
fieel uytj^ruyt, die eerft -vierkant , groen
enruyghts, daarnaarond, houtachtigh,
bruyn , drie ofte njìer njoeten hoog , en in
•verfcheyde tacken verdeelt is, ìvaar aan de
bladen fonder woetjes twe tegen den anderen
overflaan , die de breette •van een duym
langh, een hal-ve hreed, flyf, engefchaard
, -verftaat hier door de onderfle, dewß
de bovenße linder en minder gefchaard
\jn : Defmaad^ der bladen is eenighßnts
fpecereyachtigh.
De Bioemen die de top der tacken vereieren
, hlaauw , gekeimt en geiip,
(galeati & labiati) de heim flaat verheeren
en omgebooge ais een -verwuift, de iif fleeckt
ayt, enisniet nyt geholt ais een iepei, ujt
het midde -vandeefehioemen kpomenhehal-
-vendebioem.flyi twee bloem-draaden, die
met geeiehoofdekens:^yn'verften, en waar
uan ider met quaijci komt te 'verbeelden
een griecl^e A.
Naadat debioem'vergaan is foo-volgen
"vier ;^aaden , die in een open huysken le?,
gen.
Ditheefler is altjd groen, engeeftooc^
of alle tyden des jaars fyn bloemen en rjpe
Het werd feer gemackeljci^door ^aaden,
afgefcheurden tac{en, die in -vrughthaare
aarde gefloocken werden , en door ujtioopen,
dieuyt deivorteluyt fpruyten, -voort-
Y y y y Het