(IÖ4-)
Medica a peridoribus rei herbaris fcriptoribus
in duo dividitur genera , nec fine
ratione , quum inter hsec duo iatis magna
differentia , & nota exiftat diflindiva ;
a Moiifono in Trifolmm cochleatam vel
Medicam cochleatam, & Trifotium falcatum
ièu cornutum 1 veìAdedicamfeltqua
falcata feu cornuta dividuntur hsc genera
, & iliis indigitantur nominibus. Cochleatam
& falcatam hxc duo genera vocat
Rivinus. Medicee & Medicaginis tituto
hxc genera proponic Tournefort. Genus
illud , quod Cochleata & Medica vocatur
, fruBus feri cochleae jtmiles , continentes
plurima [emina reniformia : quod
Falcata & Medicago audit , fruBm gerii
pianos orbiculatos, quafi falcatos,
[emina includentes fere reniformia.
Tha[edus pliquam gerii lengam [emina
reniformia continentem , quibus adde
totius plantiE habitum, quam fe circum-
•vohendo flantis vkinis aut ferticis in alium
enitatur.
Lotus ab omnibus aliis trifoliatis diftinguicur',
quod ad pediculi exortum , folia
terna in[ummitate gerentis, bina alia na[-
eantur folia.
Quumitaque hs defcribendx ipfis Ioti
notis refpondeant , cas loti nomine pronann.
Ex radice tenui hxc delineata lotuscauliculos
fért bipedales rotundos & hiríutos,
in varios divifòs ramulos, quibus bine inde
folia adftant terna femper uni pedículo
inhserentia , viridia & hirfuta , circa
pediculi exortum femper bina alia nafcuntur
folia ; ramulorum fummitates flores
exornanc plurimi , lutei , papilionacei ,
quos filiquae fequuqrur hirfutx lemina conpnentes
rotunda.
Den Medica iverd van de ervaarene
Krayd'befchreyvers intwee geflachten 'verdeelt,
en dat niet büßen reeden, om dat
tußchen die twee een groot onderfcheyd en onderfcheydeljcke
l^nteecken is : 'van Morifpn
werden fy genaamt en 'verdeelt in Trifolium
cochleatum ofte Medica cochleata , en
Trifolium falcatum feu cornutum , ofte
Medica fìliquà falcata feu cornuta. Rivinusgeeft
deefe twee geflachten de naam van
Cochleata iw falcata. Tournefort fielt deefe
geflachten voor met het offihrift 'van
Medica en Medicago. Dat geflacht, dai
Cochleata en Medica mrd genaamt,
brenght vruchten voort, die als een flacke
huysken z yn, en veel zaaden in fìch befluy,
ten van gedaante als een nier : het geßacht,
dat Falcata en Medicago genaamà werd.,
draaght vrughten, dieplat, rondachtigh,
en als een feyiTe is, waar in zaaden zyn beflooten,
die by naa van gedaante zyn als
een nier.
Den Phaièolus draaght een lange haauwe,
die zaaden in fidi befluy t als een nier,
•voeght hier by degeheele gedaante van het
gewas, dewyl deielvefich omwindende aan
dei naa byftaande gewaiTen en flocken op^
klimt.
Den Lotus werd van allegewaßen onder-
[cheyden , dat aan het begin des fleelken,
het welck op haar top drie bladen draaght,
twee anderen bladekens wafTen.
Dewyl deefe gewaffen , dienu fuUenbefchreeven
werden, met de kenteeckenen van
Lotus overeenkpmen , [oo [al icì^ defelve
met de naam van Lotus voorflellen.
IJyt een teere wortel brenght deefe afgebeelde
Lotus fleelkens voort , die rond,
twee voeten hoogh , ruygh en in verfcheyde
tacken verdeelt , aan welchen hier
en daar altyd drie bladen op een fleelken
va fi fiaan, die groen en ruygh ^yn, aan
het begin van het fleelken waßen altyd twee
andere bladen ; de topfender tac^n werden
vercierd door veel geelen en capelf
wyfen bloemen, waar naa ruyge haauwen
volgen, die ronde :!:aadenin pch beßu^ten.
C A P .
!, V