- -S
, l'íilf
ili
A v ï H O N O S l ' Ï R M ^ m C rOL. CABDUI BENÍDICTI F l ^ M j ^ H S níTTJS AIBICANTIBUS
^ÊÊiJmà ^^^mmiâ éd
-ik
• { j v
v J
( 4 S )
C A P . XXIII
ANEMONOSPERMOS AFRICANA FOLUS
CARDUI BFNEDICTI FLORUM
RADIIS INTUS ALBICANTIBUS.
PLatita hiEc e feminibus anno ex
Africa acceptis enata , radice nutritur
craflà fibras albicantes emittente.
Caulem habet craíTum, fungofum ftriatum
, hirfutum & bipedalem, quem alis
quafi duabus folla ampleduntur longa anguila,
hirruta& in lacinias profundas diviía
, nervo per foliorum longicudinem excurrente
craiTo,
Ramuli ex foliorum alis orientes e pedículo
fefqui digito longiores in fummitate
capitulum proferuntfquamolum, quod
in florem tandem dlfcoideum radiatum fe
explicat, flores dlfcum componentes lutei
funt & quinqulfidi, quibus ftylus efb nutrltivus
luteus & bifidus , radiorum flores
intus albicant , extus purpurafcunt.
Flores in eodem capitulo plurima fequuntur
femina , feu potius ununquemque
flofculum in hoc capitulo contentura
femen fequitur unicum oblongum
fufcum, quod aparte inferiore lanugine involvltur,
fuperiore floris perianthium ficcum
fervat annexum.
Sapor hujns plantx eft aqueus & fubfalfus.
Floret julio & augufto , feptembri
iemina perficit
Dit geivas , het welke w^t ^aaden in
het jaar 16^'è nyt Africa gefonden
is "voortgekpme , werd door een dicke wortel,
die witte 'vefelen nian ßch geeft,
Dit gewas heeft een dicke , 'voofche,
geveurde, ruyge en Wee noeten hooge fleel,
de welke gelyck. als met tivee •vlugelen om-
'vangen word door lange fmalle ruyghachtige
en diep ingefnedene bladen,
hehbenden door dejfelfs langhte heen loofen
een dicke fenwiv.
De tacken , die uyt de oxelen der bladen
"voorkpomen , hrengen noort of een
fleelken , dat anderhalfve -vinger langh is,
een fchobachtigh hoöfdeken, dat eyndeljc^
fich uytfpreyd in een bloem , die uyt veet
bloemen die bmdelwys hjeerrgevoeght met
rondomloopenden bloem-bladen beßaat,
:^nde defjelfs binnenße bloemen geel en
in vyf fneeden 'verdeeld , hebbende een
geele bloemßjl , die in tiveen "verdeelt is,
de blombladen, ( ofte lieber de bloemen )
die rondom de fihen loopen njan binnen
ivit , en 'van bauten purper.
Na de bloemen 'volgen in een en het feine
hoofdeke "veel :^aaden , of liever na
elck. bloemken in het fehe hoofdeken befloten
"volght een langh enbruyn :^aad, hetgeen
•van andere met wol is omfet , -en -van boven
'vaß op fich houd de -verdrooghde
bloemkpoker.
De ßnaack, van deefe plant is watetachtig,
en eenighfints foutachtig.
draaght in de maanden julim en
augußus bloemen, en geeft in oBober r j .
pe :^aaden.
Z Dat