HI': •
íST-'
li
li»
HYrÊKICUM riitiTESCXXô CAlsrAltTT,XSE JVIUIJITLOItTJM:
^llfci;
ÍÉlilí
lilfW"
''ii 4
Í •i
i «í'
(^135-)
C A p. LXVÍII.
HYPERICUM FRUTESCENS CANARIENSE
MULTIFLORUM.
PLantx flore gaudentes pentapetalo
multa incus (lamina continente, quos
capfulafequitur feminalis, ternis (& in totidem
plerumque apices exeuntibus ) diftinóta
loculamentis , femina mihütiffima
intus continentibus , & quorum caulibus
folia adftant ex adverfo bina , Hyferici
nomine innotefcunt : Bjpericoram
plurimx ab Au6toribus recenfentur fpecies,
indigent , exoticae ; Ipeciem banc novam
femina ex jnlulis Canarienfibus aCcepta
fuppeditarunt.
Radice fuftentatur ligneà multis predica
Capillaribus.
Caulem habet tripedalem, rotundum ,
insqualem , fufcum , & ligneum , qui
varies emittit ramuios , primo quadrangulares
, virides, dein rotundos& fubrubros
, quibus folia adftant ex adverfo bina
inftar Hyperici vulgaris , prxterquam
quod foli objeda innumeris foraminibus
pertuia non videantur.
Ramulorum fummitatem exornant flores
innumeri , pentapetali , lutei , ftaminibus
multis una cum apicibus concoloribus
prediti , quos fequuntur capfuls
leminales ternis , inque totidem apices
exeuntibus , diftinds loculamentis, qux
intus femina parva, fed multa continent
ruffa.
Floret omni Anni tempore & femina
perficit , fi in hypocauftis fervetur.
Ramulum elegantis hujus hyperici delineatum
exhibetCL: Pluckenetius Phytographis
fax parte quarta, Tabul : CCCII.
DE ^lanten, deivelke een hloem voortbrengen
uyt vyf bladen bejiaande,
in mens midden veelbloem-draaden
deivelke een ;^add-huys naa haar bloem
k^gen beftaande ayt drie holligheeden met
drie f mten gemeeneljk^ •verften , en njeel
klejne ^aaden in fich be/luyten, ^jw met
de naam nan Hypericum bekent : 'veel
foorten nan Hypericum foo inlandfche als
b'ajtenlandfche werden uan de kruyd-befchreyvers
opgetelt: Deefe' niemve foort is
'voortgekpomen uyt :^aaden , die gefonden
^iaren uyt de Catiarifchen Eylanden.
Deefe plant tverd onderfieunt door een
houtachtige en met veel -veefelen verjiene
ivortel.
Sj bee f t een fteel, die rond, oneffe, hoadachttgh
, bruyn en drie -voeten boogh is ,
dewelke neel tacken nan fich geeft , die
eerft vierkantigh en groen, daar na rond
en rootachtig , aan ivelke dat de
bladen twee aati twee over eikanderen ftaan
nan gedaante als dengemeene Hyfericurn,
met dat onderfcheyd nochtans , dat deefe
bladen met geen gaaten tegen de (Iraalen
nan de fongehouden ftch nertoonen.
De toppen der tacken werden nercterd
.door feer neel geele bloemen , dewel-ken
uyt nyf blaaden beftaan , en neel geele
bloem-draden met hoof den nan gely{e nerwe
hebben als de bloemen nergaan :^yn,
foo nolgen ^aad-hujfen , dewelken drie
holligheeden tn [ich hefiuyten., met drie punten
uytgaanden , waar nan ider in fich
neel kleyne roj^e :^aaden befiuyt.
Sybloeyd het geheele jaar door., en geeft
ook. rype :^aaden , wanneer f y in de flone
wel bewaart word.
Een tack "^^n deefe fraeije Hypericum
nertoont den Heer Pluckenet in het nierdedeelnanfyn
PhytographiaTab-.CCCU.
Y y y fig^i^v