A x o ï ZÊYXATSriCA PTJMIIA TOilIS "VAJUÍGA^TIS
î - i l î
il
C A P . XXL
ALOE ZEYLANICA FUMILA FOLIIS
VARIEGATIS FARAT): "BAT: PROD.
RAdicem habet exterius rubentem,
interius albicantem , craffam , vix
infra telluris faperficem reptantem, quae
fibras primo albicantes poft modum rubentes
e parte inferiore emittit plurimas.
Folia ipil radici innaícuntur multa in
orbem pofita magnitudine & latitudine diverfa
, quum exteriora fint breviora , &
latiora , lata enim funt , plana & in latum
mucronem exeunt ; interiora autem
Jongiora & anguftiora , parte, enim pofticà
gaudent convexa , anteriore nonnihil
excavatà , atque in mucronem anguftiorem
exeunt, folia omnia ab atraque
parte maculis notantur nunc trillé, nunc
ìxté viridibus.
Hadenus pianta lixc nec flores nec femina
produxit, etiamfi in per aliquot annos
in Batavorum hortis viguerit.
Propagatur tamen facillime , quum undique
nova germina ex radice reptante producuntur
, quae avulfa facillime & cidffi-.
me crefcunt.
Ciar : Breynius hanc in prodromo fuo
rariorum flantarum fecundo vocat j^loem
fumilam ferfentariam Zjlmkam.
Haftenus de Aloes fpeciebus a nemine
plené defcriptis , quas poffidet , Amilela;
damenfis Hortus medicus ; nunc autem
de fucco , quem Aloen vocant Medici,
ejus colligendi methodo , viribus , &c.
non eft quod longa verborum ferie ledol'is
patientià abutar , hxc enim non hu-
De mrtel , welke dee fe plant heeft,
is dick^, 'van huyten roodachtigh, e7i
nian binnen wit, fy i^uypt even aider de
aarde door , en geeft onder uyt 'verfchyde
veefelen , die eerfl mt en naderband
rood
ZJjt de ivortel Jpruyten 'veel hladen,
die in de ronte ßaanden veel van den anderen
ten ofßcht van haar groote en
breedte verfcbeelen , dewjl de buytenße
hladen kiynder en breeder , ivant f y
:^yn breed, flat, en eyndigen in een breede
punt , de binnenße daar en tegen :^yn
langer en fmalder , waíit aan de rugge
s^yn fyverheeven, vanbinnen eenighfints
ajtgeholt , en eyndigen in een veel fmalder
punt ; alie de hladen :^yn aan beyde
de ¡ijden geteekent met vlacken , dewelke
nu bly , dan bleeck^ groen :^yn.
Dee fe plant heeft tot noch toe geen bloemen
of;^aaden voortgebracht, alhoeivel defelve
eenige jaaren in de Hoven van Holland
is gequeecl^t.
Sy werd nochtans feer licht voortgequee/^,
dewyl over al uyt des felve voortloopende
ivortel nieuwen fcbeuten voortkoomen,
deweV^ afgefchurt feer licht en haaftigh
groeijen.
D'Heer Breynen noemt deefe plant in
fyn tweede prodromus plantarum rariorum
Aloes pumila Zeylanica.
Tot noch toe van de foorten van Aloe ,
die door tiiemand volkpmen waaren befchre-
"ven , en door den Amflerdamfche Medicyn
hof werden befeten ; maar nu fai
het niet noodigh ^ n , dat ik^inhet ophalen
der krachten van het fap , dat de Geneejleeren
Aloe noemen, ofte niet het ver-
^ haalen,
hi Î
•i íife