W;
A I . . \ T K R " N O I D K S A. n u c : IRICA FOLIIS, ÍJ^OR: AI^ICANTIBTTS XT JVIUSCOSIS .
(I)
C A P . L
ALATERNOIDES AFRICANA ERIC^
FOLIIS FLORIBUS ALBICANTIBUS
ET MUSCOSIS.
Lantsefrucaum ferentes tricoccum
J & hadenus notx,
vel Tithymalm, Ricinus
aut Cbamalea tricoccos
vocantur j Tithjmali fpecies
omnes Laétefcunt, florera
habent plerumque vel tetra vel pentapetaloideum
, cui folia circumftant perianthii
loco gemina ; Ricini florera habent
ftarainofùm , & non laótefcunt ;
ChameUa tricoccos tripetaloideura florem
poflìdet : quum plantas hie defcribendíe,
etiamfi tricoccx , his notis deftituantur,
Alaternoides vocare malui, fronde enira
virent perpetua, & florem cum Alaterno
pentapetaloideum proferunt, femina terna
iìngulos fequuntur flores tribus inclufa loculamentis,
tria etiara in Alaterni baccis
continentur femina, illa ¡taque curahafce
Africanas inter & Alaternura pr^ecipua exi-
^z.tái&c'imÚTLy Alaternoides vocavi; funt
enim hujus generis plurimx plants Africans
, funt etiam Afiaticx, Kaka-Taddali
, Karetta Amelpdi, & Katou Belutta-
»Amelfodi Malabarenfium parte quinta
Horti Malabarici defcripts, fub hac ctiam
familia numerandae veniunt.
Radicem habet hsc planta Ligneam
& fufcam.
'Lie de hekende gewaßen,
, die een Vrugt geven beiflaande
uyt drie holligheeden,
inßch drie :^aaden he-
'ßuytende, deefen alie
I met de naam uan Tithymalus,
Ricmus , ofte Charaxlea tiicoccos
bel^ent; alie de foorten uan Tithymalus
ge'ven mel^, en hebhen gemeenlyk. ^^^
eenbladerige bloem , deivelke in uier ofte
"vjf fneden gefneden is, en in flaetfe -van
een hloemkgok^r twee hladen heeft ; de
foorten 'van Ricinus gee-ven geen melk, •> en
des felfs bloemen heftaan ujt veel bloemdraaden;
den Charaelxa tricoccos heeft
een eenbladerige bloem, die indriengefneden
is: Dewjl deefe Planten, deivelke nu
befchreeven ¡gallen werden,die Kenteekenen
niet en hebben , alhoewel ß ook, drie
den in drie holltgheden hebben, foo heb ik.
defehen lieber willen de naam ge'ven 'van
Alaternoides , want Jj altjd groen,
en hebhen een eenbladerige bloem, die in "Vjf
fneden 'verdeelt is gelyk. Alaternus,
drie :^aaden eík^ in een befonder :^aad-hu^s
'volgen na ider bloem ; drie:^aaden werden
ook, inde beßen njan den Alaternus gevonden,
dewylder dan dit onderfcheid is tujfen
de fe ^fricaanfche Planten ende den Alaternus
, foo heb defelve Alaternoides^fnaamd
j want 'van dit geßacht :^ijn "veel
Africaanfche en Aßatifche geivaffen, den
Kaka-Toddali , Karetta Amelpodi , en
Katou Belutta-Araelpodi van de Jípalabaren,
en in het 'vyfde deel van den Hortus
Malabaricus befchreven , ^ijn onder
dit geßacht te reekenen.
Defe Plant heeft een brujne en houtachtige
IVortel.
A De