^VAI^RIA-^rïIXA AFR1CA>ÍA. FRXTTICATiS lOLIIS ÏRICA
(221)
C A P . CXI.
VALERIANELLA AFRICANA FRUTÍ-
CANS FOLIIS ERICÄ.
RAdicem habet ligneam , fufcam Se
tenuem , e qua caulis exfurgit fpitharaeus,
rotundas & fuícus, qui in multos
, rotundos & vicides dividitur ramulos.
Ramuli multis viridibus & anguftisundique
ambiuntur foliolis , pluribus ex eâdem
fede ortis.
In ramulorum fummitatibus flores videntur
, ut in precedente , albi, monopetali
, fiilulofi , & in quinque inxquales
partes divifi ; femina etiani, quae flores
fequuntur , funt eadera , fed minora.
Certum florendi tempus fervat nullum,
cum omni anni tempore floreat , femina
tamen non femper perficit.
Saporem aut odorera folia exhibent nuium.
D It heeßer heeft een houtachtige, hruy.
ne en dünne ivortel , ivaar u^t een
¡ieeiken ofjchiet tot de hooghte van een (fan,
dat rond , en brayn is , en in 'verfcheyde
ronde en groene tacken •verdeelt overd.
De tacken werden omfet met veel groene
en feer fmaalle bladekens , koomen 'veel te
gelyck op een en de defelne plaats uyt de
tacken voort.
Op de toppen der tacken werden dehloemen
geßen, die als in de 'voorgaande mt,
eenhladigh , bujfachtigh , en in •vjf ongeljcke
deelen 'verdeelt , de :^aaden,
die de bloemen 'volgen , aan defelve
oock^gelj)ck^, maar kiejnder.
Bet en haut geen i^aße tyd, op ivelcke
het bloemen geeft, dewyl het op alle tyden
des jaars fyn bloemen geeft, rype ^aaden
nochtans geeft het felden.
De bladen geeven reuck. noch fmaaek.
•van ßch.
T t t t t C A P .
M