UI, worden; te welken einde men op de
$tuk. Groote Markt eenen prächtigen Tempel oprigt-
iu , A f-te. Des avonds te voren hield men, naar*
* de Voorvaderlijke w ijze , een plegtig biduur,
en den 5en daaraanvolgende verlcheen de,
gewapende Burgermagt, des ochtends te
half tien, op de Groot e M arkt, en fchaarde
zich rondom den tempel, de flemgeregtig«
den, o f ongewapenden, Ronden achter de
ecrstgenoemden; de gemagtigden der Burgerij
begaven zieh naar het Raadhuis,
om gezamenlijk met de Regering, naar
den tempel te treden, en er den eed a f
te leggen.
Op een gegeven teeken werd het krijgs-
muzijk der gewapende Burgermagt gehoord,
en het geweer geprefenteerd; de Regering,
benevens alle de daartoe gevolmagtigde Burgers,
traden het'Tempelgebouw binnen, en
beëedigden het Reglement , naar het welk
de Regering dezer Stad , in het vervolg, Bond
benoemd te worden, Gij kunt U niet verbeelden
, mijne jonge Vrienden { met welk
eene ftijte en aandacht deze aandoenlijke
plegtigheid werd gezien, en het uileggen des
eed$ gehoord, en hoe hartelijk de juichtoon
Was, die door de duizenden, van alle
kanten zaamgeyloeid? werd aangeheven, om
p f e \ ’■ - hun«
I hunne goedkeuring aan den dag te leggen
I over het bekrachtigen eener verbindtenis, STUK>
I Waarvan men het geluk der Burgerij meende n i. ^/:
l a f te hangen, .Door de teekenpen en h e t ^ ^ %
| graveerijzer hebt gij een flaauw denkbeeld
f van eene gebeurtenis, waardoor haarLems
lo f in die dagen als ten hemel werd opge*
I heven,
Het Reglement werd nu dadelijk in werking
gebragt, en nieuwe Burgemeesteien,
[ volgens het voorfchrift deszelven, benoemd*
IV , A F D E E L I N G .
De ongelukkige verdeeldheden, waardoor i v . yfft
de Staat beroerd w a s , hadden een trapdeelwg,
van hoogte beklommen, die de ergfte gevolgen
deden vreezen, In de Vaderlandfche
Tliftorie vindt Gij deswegens een; uitvoerig
berigt, Het gedrag van den-Prins werd
van dien- aard gehouden, dat men ter Staatsvergadering
van Holland oordeelde, hem in
zijne Stadhouderlijke waardigheid te moeten
fchorfen, waartoe onze Stad echter niet
heeft medegeftemd. Om deze verdeeldheden
in der minne bij te leggen, bood de Raad
I 5 van