II. voor dieven en uitzuigers te fchelden. Hier-
cJ!?«°FD" door geraakten de wevers en ambachtslieden
. U i.^ / .o p de been; men wilde het huis van den
fading, pad^er plunderen en lloeg er de glazen in.
Dadelijk kwam de Schutterij in de wapenen.
De poorten der Stad en de deuren der Kerk
werden gefloten, om dat het gemeen, aan ’t
hollen gebragt, niet dan plundering en geweld
dreigde. In dat gevaar rukte .de gewapende
Burgermagt aan, en dreef de oproermakers,
die zich op de Groote Markt,
bij het Klokhuis, en in de Battejorisftraat,
achter eene verfchanfmg van flraatfleenen
wilden verdedigen* uit een, en herflelde*
niet zonder veel moeite en bloedflorting , de
goede orde en het wettig gezag der hoo-
ge Overigheid. De pacht bleef op de boter
eh de pachter ongedeerd. Gij ziet dus,
hoe weinig onberadene flappen en geweld
vermogep, tegen orde en goed beleid; hoe
onbetamelijk het is , om zich door dergelij-
ke middelen te willen aankanten tegen d$
wettige bevelen van verflandige Regenten,
en hoe nuttig het i s , dat de bedachtzaamheid
altoos onze daden befluürt, en onzp
Befmet*
telijke
ziekte
1636.
befluiten bepaalt.
Twaalf jaren later trof deze Stad eene
veel grootere ramp; te weten eene befm ettelijke
I' ' , , r v jg
llijke ziekte; welke* nièttegenflaande alle tl,
"raangewende middelen, zoo flerk toenam* d a t D-
_:iii den tijd van vier maanden, V ijf duizend III.A f
| zeven honderd drie en twintig menfehen deeling*
I daaraan overleden, zoo dat het getal van
I kerkhoven te weinig w a s , om alle de lij-
I ken te bergen. Hoe groot de ellende en de
I diepe rouw der Burgers en Ingezetenen toen
■ geweest moet zijn, zult Gij bij eenig na* I denken wel begrijpen , en tevens befeffen,
hoe zeer wij verpligt zijn de Goddelijke
goedheid te erkennen, en haar den harte*
lijkflen dank toe te brengen, dat zij ons
van dergelijke onheilen, tot nu toe* zoo
genadig heeft gelieven terverfchoonen.
Onder alle deze onheilen en rampen, wer* Be TuU
den de gemoederen beheerscht door eene
buitenfporige drift om in korten tijd rijk te
worden. En waarin meent Gij dat men
het middel daartoe dacht gevonden* te hebben
? In het koopen en verkoopen van TuU
I ten ! Uit de Vaderlandfche' gefchiedenis is
[U die handel waarfchijnlijk bekend, en
weet Gij dan o o k , dat hij in meer dan eene
Stad van Holland werd gedreven; dat de
| mode alleen de Tulpen tot de geliefkoosde
bloemen verhief, eirderzelver prijs dagelijks
rijzen deed? In ha arlem* waar zulke,goede
L