ï £ 3 BESCHRIJVING DER
HL oefenend; hierdoor was men niet lansier
st u k . gronden om alleen kleine, o f Hukken waar-
II. Af- in weinig perfonen voorkwamen, te fpelen ;
du4ng, men jjepSa|^ö z ich derhalve al fpoedig tot
dezulken, die veel grooter en mueijelijker waren
, maar ook daarentegen aan meer aderende
leden gelegenheid gaven, om hunne bekwaamheden
aan den dag te leggen; ook
konden dergelijke Hukken beter gefpeeld
worden, om dat nu ook vrouwen daartoe
behulpzaam waren, waardoor het vermaak
te grooter en de zucht tot oefening te fler-
ker werd.
Maar, denkt Gij welligt onder het lezen:
, ,, Kon dat Tooneelfpelen zoo aan de hui"
„ zen gefehieden; had ieder daartoe een
„ groot genoeg en gefchikt vertrek?”
Integendeel, mijne Vrienden ! Het fpeïén op
die wijze was zeer gebrekkig, en aan vele
zwarigheden onderhevig. Om dezelve uit den
weg te ruimen ontwierpen eenige leden het
p lan , om een huis," tot het oogmerk des
gezelfchaps gefchikt, aan te koopen; in den
aanvang Haagde men . daarin niet gelukkig;
eindelijk kivam het Oude .Weeshuis der Doopsgezinden
, aan het Klein * Heilig Land bij
de Stads Vest gelegen, te koop; dit gebouw
, tot het bedoelde einde gefchikt geoor-
. deeld
■ S T A D HA A R L EM. I4J
1
■ deeld wordende, Wérd aangekocht, en zoo- UI*
I danig vertimmerd , als tot het houden van STUK>
B Tooneeloefeningen werd dienstig geoordeeld. ’ II. Af-
I Vervolgens werden de noodige wetten
B maakt, en het gebouw op den ie° Oélobef
■ 1785 door het Tooneelgezelfchap, h welk dé
■ fpreuk van Leerzaam Vermaak had aangenomen/,
met een te dien einde opzettelijk
vervaardigd Huk, plegtig ingewijd.
Door het' toenemend getal van leden is I dit gebouw naderhand nog vergroot, en
I met eenen ruimen ingang aan de Hraat voorzien
, waardoor het aan het oogmerk des
I Genootfchaps ten ^volle voldoet; daarenbo-
■ ven zijn de dccóratien, en alles wat tot
■ een werk van dien aard behoort, in den
I , besten Haat, en overeenkomende met den
Hand der leden, waaruit hetzelve bellaat.
!Bij de wetten, waaraan de leden verbon- den zijn, hebt Gij geen .belang; alleen moet
ik U zeggen, dat bij een artikel derzelven,
,, aan de Leeraren der onderfcheidene Gods-
„ dienstige gezindheden dezer Stad, benevens
„ hunne huisvrouwèn, vrijheid is verleend,
„ om de reprefentatien van dit gezel&hap bij
„ te wonen. ’ ■ Waarvan door fommigen dan
j ook, van tijd tot tijd, wordt gebruik gemaakt.
Bij het lezen van dit verhaal zult Gij wel