•V. Haarlem afgeteekend. Gij hebt hare ftich-
H°°Fp- 0. o-ezien: hare toenemende^ grootheid heb
stuk. ° ö " -■■ ,
-• iv . Af- ik U leeren kennen; haar aangroeijend ver«
JëAing. mogen Ü onder het oog gebragt; de oorzaken
daarvan aan U opgegeven ; haren
vernèderden ftaat kunt G ij, uit alles wat ik
U van de Fabrijken en Trafijken gezegd heb ,
genoeg afleiden, en U nog veel > beter met
eigen oogen daarvan overtuigen; en wanneer
Gij dan niet los en onbezonnen z ijti
moet Gij de toenemende armoede en het
Reeds grooter wordende gebrek , met tranen
van droefheid aanfchouwen.
De taak, die ik op mij genomeii had, is
afgedaan. — Maar wat ftaat nu voor U te
doen, die de hoop des Vaderlands z ijt,
om , zoo het mogelijk i s , den doodelijken flag,
waarmede zoo velen bedreigd worden, af te
wenden, en den geheelen ondergang van
Haarlem te helpen verhoeden?
Óns Vaderland lief te hebben zult Gij zeggen
en, zoo veel wij kunnen, voor het welzijn
onzer Stad, onder het beftuur en de leiding
van brave en kundige Lieden, te leeren zorgen
, en alles tot geluk van de plaats onzer
woning te- helpen' aanwenden. Wel
'gedacht, Jonge Lieden! maar hoe dat aan
te vftngen ? zijn losheid van zeden en grondbebeginfelen;
zucht tot geldverfpilling; het V.
navolgen van vreemde gewoonten en §e“ STUK.
bruiken, de middelen welke daartoe dienen IV. A f
kunnen ? o f zijn het integendeel de deugden
van matigheid en fpaarzaamheid; van naar-
ftigheid en vlijt; yan liefde voor alles wat
inlandsch i s ; van zucht voor alles wat
dienen kan om uwe Medeburgeren gelukkig
te makenr, de wegen welke daartoe leiden
kunnen? Beantwoordt deze vragen eens bij
U zelven; oordeelt o f vloeken, zweren, en
het misbruiken van den Heiligen naam
G o d s , waaraan zoo velen uwer, tot fchan-
de dezer E euw , fchuldig ftaan; -dan o f liefde
voor G o d , eerbied voor zijne wetten,
een deugdzaam en zedig gedrag, de middelen
zijn, waardoor de rampen kunnen worden
afgewend die het Vaderland en deze
Stad treffen. Wanneer Gij een oogenblik
nadenkt, zal de keuze noch moeijelijk noch
langdurig Voor U zijn. O , mijne Jonge
Vrienden! Kiest dan den veiligen weg, welken
onze Voorouderen bewandelden, en die hen
geleid heeft in de bloeijende velden van voor-
fpocd en geluk! Kiest den weg van deugd
en braafheid, en Gij zult, bij het genot des
Vredes, uw Vaderland weder groot, en des-
zeifs Inwoners weder gelukkeg zien!