IV. komelingfchap heeft, gedaan, is zoo > alge*
sr^ FD meen. bekend, dat ik daarvan geen woord
J V. Af- behoef te - fpreken. Het plegtig Lijkfeest
deeUng» wercp gehouden op den 9Jen April des jaars
1806, des avonds te half acht uren, in
de Walfche Kerk. —
Alle .de Leden des Departements, benevens
. de Donateurs en Donatrices, waren
daartoe genoodigd; die door een afzonder*
lijk biljet nog aan eene Dame toegang
konden verkenen. De Kinderen en Kinds*
kinderen van den Overledenen, benevens eer
ne Commisfie uit de Stads - Regering en het
Hoofdbeftiiur der Maatfcbappij , waarvan Hij
de flichter w a s , waren daarbij tegenwoor*
_dig. / '■ , .. . 'Ulj'ifr
T e zeven uren werden de Kerkdeuren
geopend j en men zag aan het eind derzel-
v e , tegen. een zwart laken, eene grafnaald,
waaraan de beeldtenis des beroemden ftich-
ters der Maatfchappij hing, en daaronder,
op den.-dood en de. eeuwigheid toepas lelijke
zinnebeelden, benevens den naam. van
NiEUWENHUYZEN. T e r wederzijden van deze
naald . brandden- drie Kandelabres, ‘ en
dit wasv» behalve het licht op het Orchest ^
het eenige waardoor het: gebouw verlicht
werd. i . < •:«; .4 4 1 , -r u. «*•
' '*M ' Met
Met eene korte Symphonie, een daaiop
volgend Recitatief, eene Aria en een. Koorzang,
nam het Lijkfeest penen , -j aanvang.
Deze geëindigd zijnde, werd eene Redevoering
gedaan, waarin des Overledenens leyep
en lotgevallen werden gefchetst.
Gekomen zijnde aan het tijdllip van de
oprigting der meergenoemde Maatfchappij,
toonde de Redenaar de bedoeling van den
{lichter, de verlichting van den gemeenen
man, namelijk: op dit heilzaam oogmerk,
zong het -koor . jtwee toepasfelijke coupletten.
Ook zongen eenige kinderen der Departementale
School .een Treur- en Loflied ter
epre des braven Kindervriends, na dat de
Spreker de verbetering in ( de fcholen had
j aangetoond en hen tot naarlligheid en deugd
had opgewekt, Bij het derde couplet ftoiit
den twee kinderen, d ie , in het \yit gekleed ,
en met een rouwfjerp om het, lijf, gedurende
de geheele plegtigheid, in eene treurige
gebogene houding, op de trappen der
grafnaald doodftil gezeten hadden, o p , zongen
het Jaatfte couplet mede, omhingen
de grafnaald met een en krans van Cipres*
fen, en beftrooiden den voet met lentebloemen.
Dit deden zij op eene zoo natuurlijke
en aandoénlijke w ijze , dat «eer velen
driar-
IV.
hoofdstuk.
»
IV. Af-
tleeling. ;