H L Tak zijne eerfte algemeene vergadering hield,
^ « v e r t e l binnen deze Stad de. Heer r ie ter
I. J f - teijler van DER hulst, een man van
deeling♦ groote rijkdommen, zoo als Gij uit bet,
De op-cen en ailt]er dat daarvan toe uwe kennis I
rtgutig . 7
vanTEij-is gekomen, o f komen za l, wel zult begiïj-
lers Co pen. Deze man had reeds bij zijn leven
fchap bet ontwerp gevormd, om eene Maatfchap-
17/8. pij van Wetenfchappen op te rigten. Bij zijnen
dood bleek h e t, dat hij zijne ganfche
nalatenfchap bijna, had gefield onder de
befturing van v ijf ftioor hem benoemde per-
fonen, benevens eenen boekhouder, met last
aan dezelven, om uit zijn kapitaal op te
rigten en te onderhouden, „ twee altoos-
, , durende genootfehappen, die op bepaal-
„ de tijden , in zijn woonhuis in de Dam*
„ ft raat, moesten bijeenkomen” . Gij Ziet
d u s , dat dit huis nooit mogt verkocht worden
, maar altoos in ftand moest blijven.
Ingevolge de gemaakte bepalingen des overledenen,
werden dan ook de beide, thans
zoo zeer beroemde Teijlerfche Genootfehappen
, opgerigtf Het eerfte bepaalt zich tot
onderwerpen, < die den Christelijken Godsdienst
betreffen, en wordt van daar gewoonlijk
het Godgeleerd, o f ook wel het eerfte
genootfehap genoemd; het tweede behandelt
de Natuurkunde, Dichtkunde, Hifioriekun- UT.
Tcekenkunde en Penningkunde, en wordt, ?
om dat de Natuurkunde vooraan ftaat, door- I. Af-
gaans het Natuurkundige o f tweede ge-W tn g i
nootfehap geheeten. Beide deze Genootfehappen
fchrijven jaarlijks eene prijsvraag
u it, waarvan Jiet bestgekeurde antwoord
met een -gouden eerpenning* ter waarde van
vier honderd guldens, wordt beloond. Het
Mufeiim, mede ingevolge den wil van den
Testamentmaker gebouwd, is ten uiterfte
prachtig, en bevat eene kostbare Boekerij,
uitmuntende Natuurkundige werktuigen, bijna
alles was tot de mineralogie behoort ,
en wijders een groot getal kostbare teeke-
ningen, prenten, penningen, en wat verder
dienen kan om-hetzelve zoo volledig en
belangrijk te maken, dat men niet alleen
|n ons Vaderland géene wedergade daarvan
vinden kan, maar dat het zelfs met de
beste buitenlandfche Richtingen, van dien
aard kan wedijveren.
Een groot getal geleerde verhandelingen
zijn reeds door de beide Genootfehappen uitgegeven,
en worden nog jaarlijks vervólgd;
en ten einde de weetgierigen meer gelegen^.
'heid zouden hebben, om hunnen weetlust te
voldoen, is in deii jare 1804, door Heeren