H B B IH H
<$4 B E S CHR I JV ING DER
99
S Ï A D H A A R L E M .
fen deren, en den Vijand met magt eir
„ ftrijd van onze muren te weren. ” Don,
II. Af- f r e d e r ik , ten uiterfle gebelgd over dit ant-
Jeeling. Woord, deed hierop de Stad hevig be Cc hielen
, en den 20 December fel beflormen;
doch de ftorm werd afgeflagen, en de plat
gefchotene muren herfleld en verflerkt. „Te
leur gefield in zijne hoop, werd nu de belegering
, naar de regelen der Krijgskunde
ondernomen. Om dit te beletten, deden
de onzen nu en dan uitvallen, waarin de
Vijand dikwijls geflagen en zijn voorraad
vermecsterd werd. In een dier uitvallen behaalden
de Haarlemmers zelfs eenem groo-
ten buit. Hoe gelukkig dit ook wezen mogt,
hielp het te weinig om de magt: des vij-
ands op den duur te wederflaan; want de
pogingen die w il l em I .d e e d , om de Burgerij
te hulp te komen, waren telkens vruchteloos;
het leger , dat tot -ontzet, werd afgezonden
, moest altoos voor dat des vijands
wijken en werd geflagen ; een nieuwe ftorm ,
op den laatflen Januarij 1573 , had geen be-
• ter gevolg dan die van den 20 December;
al wat vechten kon vocht; de fchutterij
onder hare hoplieden; de krijgsknechten
onder hunne kapiteinen, en de vrouwen
onder haren k e n a u . De Vijand werd met
ver-
Verïies van drie honderd dooden te rüg ge- II.
| dieven; de Stad zélfs van levensmiddelen, c ” ° ° FD-
[onder 'al dat vechten en woelen gelukkig tl. Af»
voorzien; en dé Spanjaard daarenboven z o o deelingi
' moedeloos gemaakt, dat de Generaal het
beleg zou hebben opgebrokeii, zoö zijii Vader
hem niet verhinderd had; doch aan den
änderen kant leden de H aarlem m ersdoor
het fpriïigen :van het bolwerk aan de Kruis-
poort, iri hét Verlies van vele dappere mannen
, en nog meer, doöf het voortduren der
belegering, een zeer aanmerkelijk nadeel. De
toevoer van levensmiddelen en krijgsbehoeften
had nog altoos genlakkelijk gegaan ’ over
het Haarlemmermeer'. Om dien weg open
té houden, hadden de ftédélingen eenige
féhepen bemand, en in het meer gebragt*
Dé vijand, begrijpende hoé noodzakelijk het
was, om het zenden van levensmiddelen en
anderen voorraad te beletten, zond eerst eenige
weinige gewapende fchepen ,• door een
j gat dat hij in den Overtoom liet graven, in
j het meer; naderhand deed hij den dijk op
I halfweg doorfleken, waardoor hij wel veertig
j fchepen uit het I J in het Haarlemmermeer
bragt. Tegen de weinige fchepen flreden
de onzen met voordeel; doch toen zulk
eene groote oorlogsvloot verfeheen, waren