V. aangaat, derzelver getal bcftaat uit acht;-
sTiiK0I D" te weten drie Sier ~ en v ijf R azijn- Azijn*
'III. Af- makerijen* Den tijd der eerfte oprigting
deeling. Weet men niet. Van de laatstgenoemde belton
den er in het jaar 1764 drie; doch
door het toenemend debiet zijn er twee
bij gekomen, waaruit blijkt dat dezelve nóg
een tak van burgerlijk beftaan uitmaken.7 *—
Ditzelfde kan ook gezegd worden -van .; de
, Haarlemmer - O U jm a k e r ijwelke nu reeds
over de honderd jaren1 heeft beftaan w Hare
ftichter was claas t il lV , die in den jare
-■ 7. 1698 derzelver bereiding uit vond. Deze1 Olie
wordt zeer veel buitenlands verzonden, waardoor
die Fabrijk, vooral in vredestijd, nog
onder dé welvarénde kan Worden geteld.
jjg Wat aangaat de Cement- o f Trasmolen,
went- De eerde werd voor meer dan tachtig ja-
De Snuif:l'm °P den Koudenhoorn gemaakt; nader-
Molen, hand bouwde men een Wind-Cementmolen
^Ir.adfche aan bet Noorcler-Buitenfparen. Die, welke op
Verlakt. het Sparen bij de Melkbrttg ftaat, wordt
■ door een paard bewogen, hij is naar de
nieuwe manier zamengefteld en geeft den
eigenaar een vrij goed gewin.
. De Windmolen, waarvan ik zoo aanftonds
fprak , had al verfcheiden, jaren Uil geftaan,
toen hij in het jaar 1802 verkocht werd.
.... . . ■ Een
V.
HOOFDSTUK.
III .Af*
deeling.
Een -Tabakskooper in de Groote Hout-
\firaat , digt bij de Markt , kocht hem , en
liet hem to t; zijn oogmerk gereed maken,
met dat goede gevólg, dat hij van het jaar
i 8o4; a f, tot heden toe, ( 1809, ) de moei«*
te en kosten des eigenaars rijkelijk beloont*
Ook de Fabrijk van Inlandsch Verlakt,
door . de aanhoudende vlijt eens werkzameu
Burgers, aan de Groote Markt wonende,
tpt {tand gebragt, heeft zeer goeden aftrek,
zelfs naar buitenlands. , En waarlijk, de
Kleuren , de Randen Teekening en alles
wat> tot. de kunst;t,y,an: verlakken. . behoort,
dragen kenmerken vau ,vlij% en gQfd$i,4maak,
envibeloonen den arbeid; des. ondernemers;
die liet:'genoegen bad , ..dat de ■ Huishoudelijke
Maatjchappij zijne pogingen, goed keurde
, en door hare; aanbeveling, onderfleunde.
Langer kan ik Uv.oyer de Kakrijken en
TraMkcn- niet. be&ig;-houden; ook zal het I aan gehaalde genoegd zijn,,, 0111 Ueenig denk- I beeld daarvan te geven 9 en dit is alleen
I mijne bedoeling. • t >
Wanneer Gij nu .over alles, wat ik U van I het Fabrijkwezen gezegd h e b e e n s nadenkt, I moet Gij dan niet zeggen: Wat waren onze
■ Voorouderen gelukkig ! wat. genoot de Burgerij
van haarlem in dien tijd al zegen
P 3 en